Getuigen Verhalen, Boerinnen en boerendochters in de Tweede Wereldoorlog, interview 06

DOI

De geïnterviewde is het zesde kind van zeven kinderen. Het gezin woonde op een kleine boerderij. De vader runde daar, naast zijn werk als arbeider, een klein landbouwbedrijf met aardappelen en fruitbomen.Het gezin moest op 10 mei naar Uden evacueren. Na de evacuatie woonde het gezin eerst bij buren in een kippenhok, daarna in een noodwoning van stellinghout.Omdat het in de noodwoning erg koud was in de winter van 1940/41 werd de geïnterviewde naar andere gezinnen gestuurd om daar te logeren. Eerst woonde zij in Oeffelt, dan in Sint Hubert. Later ging zij ook in de noodwoning wonen. In het interview beschrijft zij de noodwoning en het alledaagse leven in de noodwoning. Zij beschrijft haar taken thuis en de taken van haar zussen en haar moeder.In november 1941 was de wederopbouwboerderij klaar. Deze was gebouwd aan de overkant van de straat. Twee broers waren tijdens de bezetting ondergedoken. Toen ze 13 werd, ging de geïnterviewde bij een gezin werken.De geïnterviewde maakt deel uit van de ervaringsgemeenschap van boerinnen en boerendochters tijdens de Tweede Wereldoorlog die vertellen over het leven in noodwoningen.

Date Submitted: 2009-05-13

Een boerderij is meer dan een woning. Ze verschaft een inkomen, maar vertegenwoordigt vaak ook een familiegeschiedenis, traditie en identiteit. Het verlies van een boerderij is voor betrokkenen daarom zeer ingrijpend. Dit lot trof in de Tweede Wereldoorlog duizenden boerengezinnen. In totaal werden in de jaren ’40-’45 in Nederland meer dan 8.000 boerderijen verwoest.Boerinnen en boerendochters vormen een speciale groep oorlogsgetroffenen. Juist zij vervulden op de boerderij veel taken en waren er op een bijzondere manier mee verbonden.Het Meertens Instituut heeft boerinnen en boerendochters geïnterviewd in Groesbeek, Mill en de Grebbelinie. Het resultaat is een verzameling van twaalf persoonlijke verhalen over de verwoestingen tijdens de oorlog, het dagelijks leven in noodwoningen en de wederopbouw.De interviews belichten verschillende perspectieven: de tienerdochter, de boerenmeid, de dochter die naar een pleeggezin moest, de arbeidersdochter en boerendochter die niet van een boerderij kwamen, maar de verwoestingen en het leven in een noodwoning van nabij meemaakten. Bijzonder is dat de meeste vrouwen niet eerder hun verhaal hebben verteld.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zsz-r8cb
Metadata Access https://ssh.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zsz-r8cb
Provenance
Creator S.M. Elpers
Publisher DANS Data Station Social Sciences and Humanities
Contributor S.M. Elpers; S.M. Elpers (Meertens Instituut)
Publication Year 2011
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/closedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact S.M. Elpers (Meertens Instituut)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/zip; application/msword; application/pdf
Size 31783; 230912; 442399; 192512; 525295
Version 2.0
Discipline Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture; Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture and Veterinary Medicine; History; Humanities; Life Sciences; Social Sciences; Social and Behavioural Sciences; Soil Sciences