In opdracht van dhr. Lauwers heeft BAAC bv (onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie) een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in plangebied Voort 13a te Reusel (gemeente Reusel-De Mierden). De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen sloop van de bestaande bebouwing en de realisatie van vier nieuwe woningen, waarbij een gerede kans bestaat dat eventueel aanwezige archeologische waarden verstoord en/of vernietigd zullen worden.Tijdens het veldwerk zijn verspreid over het onderzoeksgebied vijf proefsleuven aangelegd. In totaal is 363 m2 onderzocht, wat een dekkingsgraad van circa 9,3% van het onderzoeksgebied betekent. Er is sprake van één vindplaats. Aan de noordoostzijde van het plangebied zijn in proefsleuf 1 sporen van een boerderij teruggevonden die op de kadastrale minuut van 1832 staat afgebeeld. De sporen bevinden zich grofweg 60 cm onder het maaiveld. Het betreft negen paalkuilen, vier muurfragmenten, zes muuruitbraaksporen, één muurinsteek, een greppel met rioolbuis en een potstal. Het vlak (28,00 m +NAP) bevindt zich grofweg 60 cm onder het maaiveld (28,51-26,60 m +NAP). Gezien de oversnijdingen en sporen van meerdere uitbraakfasen, hebben door de tijd heen verschillende verbouwingen en aanpassingen plaatsgevonden. Dit blijkt niet alleen uit de aangetroffen sporen maar ook uit enkele historische foto’s van de boerderij die bestudeerd zijn. Er lijkt sprake te zijn van een drieschepige boerderij die zich heeft ontwikkeld tot een langgevelboerderij. Het vondstmateriaal heeft een datering in de 16e-18e eeuw, al zijn ook twee oudere fragmenten aangetroffen. Aangezien het gehucht De Voort al in 17e eeuwse bronnen genoemd wordt, kan de boerderij uit een oorsprong in de 16e/17e eeuw hebben.In het gehele onderzoeksgebied lijkt sprake te zijn van zogenaamde veldpodzolgronden, waarbij de bodemopbouw bestaat uit een bouwvoor, een plaggendek en daaronder de natuurlijke ondergrond. Ter hoogte van de vindplaats is de bodemopbouw echter verstoord door de sloop van de boerderij in de jaren ’70 van de vorige eeuw. Het archeologische sporenniveau is echter nog grotendeels intact.Conform de KNA 3.3 wordt de aangetroffen vindplaats gewaardeerd om vast te stellen of ze als behoudenswaardig beschouwd kan worden. Aan de hand van de waardering is een selectieadvies opgesteld met betrekking tot de behoudenswaardigheid van de vindplaats (op basis van de waarderingscriteria). Dit advies is strikt op inhoudelijk archeologische argumenten gebaseerd. Het selectiebesluit en de te nemen maatregelen (opgraven, fysiek beschermen,archeologisch begeleiden of vrijgeven) is voorbehouden aan de bevoegde overheid (gemeente Reusel-De Mierden). De waardering van de vindplaats levert een bovengemiddelde score op. De vindplaats wordt daardoor als behoudenswaardig beschouwd. Het advies van BAAC bv is dan ook om de vindplaats te beschermen middels behoud in situ en indien dit niet mogelijk is door behoud ex situ. Met behoud ex situ wordt opgraven van de vindplaats bedoeld. Indien op de locatie bodemverstorende activiteiten zullen plaatsvinden, zal hieraan voorafgaand archeologisch onderzoek plaats dienen te vinden. Onderzoek van de vindplaats kan meer informatie opleveren over de ontwikkeling van drieschepige woonstalhuizen naar langgevelboerderijen. Voor het overige deel van het onderzoeksgebied wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd.Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Dit betekent niet dat reeds gestart kan worden met bodemverstorende activiteiten of de daarop voorbereidende activiteiten. Het selectieadvies dient namelijk eerst beoordeeld te worden door de bevoegde overheid wat uiteindelijk leidt tot een selectiebesluit.
Issued: 2016-12