In opdracht van Huijgens Bouw B.V. heeft BAAC (onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie) op 30 april en 1 mei 2020 een opgraving uitgevoerd aan de Westwal, in het historische centrum van ’s-Hertogenbosch, net binnen de stadsmuur. De opgraving bestond uit de aanleg van een put ter plekke van een toekomstige kelder onder nieuwbouw op het perceel Westwal 29-32, met een omvang van 3,30 x 8,20 m.De natuurlijke ondergrond binnen het onderzoeksgebied bestaat tot een hoogte van 1,00 m +NAP uit klei, mogelijk de vulling van een geul. Op de kleilaag is veen gegroeid tot een hoogte van 2,10 m +NAP. Daarop zijn in de late middeleeuwen ophogingen aangebracht tot een hoogte van 4,40 m +NAP, mogelijk samenhangend met de eerste omwalling van het gebied en de aanleg van de stadsmuur rond 1500. De opvolgende ophogingen zouden totde voet van de 16e-eeuwse wal kunnen behoren, aangelegd rond 1550. Op de ophogingen is een deel van een bestrating aangetroffen, mogelijk een restant van een pad langs de wal.In de periode 1675-1700 werd de stadswal verbreed en de opvolgende aangetroffen ophogingen, bewaard tot aan het tegenwoordige maaiveld op 7,00 m +NAP, behoren tot deze wal.Na het verlagen van de wal, op historische gronden na 1885 te dateren, kwam binnen het onderzoeksgebied bebouwing te staan, waarvan enkele muur- en vloerresten zijn aangetroffen.