Antea Group heeft in de periode januari - april 2016 een archeologische begeleiding uitgevoerd op het tracé van de drinkwatertransportleiding Zevenbergen - Breda. Deze rapportage betreft de uitgevoerde werkzaamheden binnen de gemeente Moerdijk. De bovengrond ter plekke van de kaartbladdelen waar begeleid is (kaartbladen 5 (deels), 6, 7 (deels) en 9) bestaat uit zwak tot matig zandige, zwak humeuze, bruingrijze klei. Dit betreft de recente bouwvoor. Hieronder ligt meestal een pakket grijsbeige tot beigebruine zandige klei, als dan niet met roestvlekken. Op een aantal plaatsen ligt het kleipakket van de bouwvoor direct op dekzand, en soms is er nog een moerige laag aanwezig.Tijdens het veldwerk zijn naast verschillende nummers voor dagzomende lagen als venig materiaal en dekzand slechts zes spoornummers uitgedeeld. Hiervan betreffen vier sporen (sub)recente sloten, één spoor een kuil en één paalkuil. Deze twee sporen zijn waargenomen in werkput 7, in het gedeelte ten noorden van de Zuiddijk. De sporen zijn aangetroffen in het (zandige) kleipakket. De sporen hebben geen nadere context en bevatten geen archeologisch vondstmateriaal. De sporen zijn niet te dateren, losse sporen en daardoor niet relevant. Op basis van de uitgevoerde archeologische begeleiding kan worden geconcludeerd dat binnen het onderzochte tracédeel dat binnen de gemeente Moerdijk ligt geen archeologische vindplaatsen zijn aangetroffen. Landschappelijk is er sprake van een (middeleeuws) kleidek op dekzand en soms tussen deze pakketten nog een restant (Holland)veen. Het was niet duidelijk vast te stellen of de zandigheid van de klei in de top van het profiel een gevolg is van het tijdens de middeleeuwse overstromingen opwoelen van lokaal dekzand of dat er werkelijk sprake is van oeverafzettingen van getijkreken.

Antea Group Archeologie 2016/77