Het plangebied ligt binnen een Laat-Glaciale meandergordel. Deze meandergordel was actief van circa 10.950 tot 9.000 voor
Chr. (laat-paleolithicum – vroeg-mesolithicum). De stroomgordel zal zich hebben ingesneden in de Pleistocene ondergrond. Om die reden geldt een lage archeologische verwachting voor vuursteenvindplaatsen uit de periode laat-paleolithicum tot en met het vroeg-mesolithicum. Naar verwachting was het plangebied te nat voor bewoning in deze periode, tenzij er een rivierduin aanwezig is binnen het plangebied. Om deze redenen geldt er een lage verwachting voor de periode
laat-paleolithicum tot en met vroeg-mesolithicum. Op basis van de datering van Laat-Glaciale meandergordel kunnen er
archeologische resten vanaf het vroeg-mesolithicum voorkomen. Er is geen tot onvoldoende informatie voorhanden over de aan- of afwezigheid van een dergelijke gradiëntzone in of nabij het plangebied. De top van de afzettingen uit het Weichselien bevindt zich in het plangebied op een diepte variërend van 3,0 tot 6,0 meter onder maaiveld. Wel is sprake van een rivierduin direct ten westen van het plangebied. Om deze redenen geldt een middelhoge verwachting voor de periode vanaf het vroeg-mesolithicum tot laat-mesolithicum. In de omgeving van het plangebied liggen meerdere stroomgordels. Langs de stroomgordels werden door de rivieroeverwallen gevormd met daar achter komafzettingen. Deze hooggelegen rivieroeverwallen zullen aantrekkelijke vestigingslocaties zijn geweest. Het plangebied is met name gevormd door de stroomgordel van de Waal en mogelijk ook door de stroomgordels van Schuurkamp en Leeuwen. In de omgeving van het plangebied zijn, met name op of direct nabij de stroomgordel van Leeuwen, vondsten bekend uit de periode Romeinse tijd tot en met vroege middeleeuwen. Op de rivierduin direct ten westen van het plangebied zijn vondsten en nederzettingen bekend uit de periode bronstijd – ijzertijd. Gezien de mogelijke ligging van het westelijke deel van het plangebied op een rivierduin en de aanwezigheid van meerdere vindplaatsen uit deze perioden, geldt ook een hoge verwachting voor nederzettingsresten uit de periode neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen.
Het plangebied ligt ten zuiden van de oude dorpskern van (Beneden-)Leeuwen. De Van Heemstraweg stond voorheen bekend als de Koningstraat en vormde een historische verbindingsweg door het gebied van Maas en Waal, gelegen op de rand van de stroomrugglooiing. Mogelijk werd dit tracé in de Romeinse periode al gebruikt als verbindingsroute. Aan deze weg is sinds tenminste het begin van de 19e eeuw meerdere bebouwing aanwezig. Zo ook in het noordoostelijk deel van het plangebied. Het plangebied zelf maakt deel uit van het onbebouwde Leeuwensche Veld en was als weiland in gebruik. Daarom geldt voor het noordelijke deel van het plangebied een middelhoge verwachting voor de periode late middeleeuwen en nieuwe tijd. Voor het centrale en zuidelijke deel geldt een lage verwachting voor deze perioden. Wegens het ontbreken van informatie over de intactheid van de bodem binnen het plangebied kunnen de voorgenomen graafwerkzaamheden een negatieve impact hebben op het potentiële archeologische niveau en kunnen eventueel aanwezige archeologische resten verloren gaan. Omwille van bovenstaande informatie wordt archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk geacht. Dit kan plaatsvinden in de
vorm van een verkennend booronderzoek om de intactheid van de bodem en de diepteligging van potentiële archeologische
niveaus vast te stellen.