In de periode mei-juni 2023 is door Aeres Milieu een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd aan de Trompplein-Trompweg tot aan het Oude Veenpad-Horst van Voordelaan (gemeente Voorschoten). Dit onderzoek is aanvulling op een eerder rapport AM21587 (zaakidentificatie 5277097100) van 8 deellocaties.
De onderzoekslocatie (fietspadtraject) ligt volgens de Archeologische Beleidskaart van de gemeenten Leidschendam, Voorschoten en Wassenaar (herijking 2013) grotendeels in een zone met een hoge archeologische verwachting (1, 4 t/m 8 en F1, F5, F7, F9, VP4 en VP6). Voor een noordoostelijk deel geldt een lage archeologische verwachting (deelgebieden 2, 3 en F9, VP2 en VP3). De omgeving van de deellocaties maakt deel uit van een landschap dat gedurende het Holoceen (circa 11.700 tot heden) is gevormd. Het tracé van de deelgebieden ligt op de overgang van hoger gelegen strandwallen (deelgebieden 4t/m 8 en F1, F5, F7, F9, VP2, VP3 en VP6) via laag gelegen vlakte van getij-riviermondafzettingen (deelgebieden 2, 3 en VP4) naar de hoger gelegen oude estuarium van de Oude Rijn (deelgebied 1).
Ter hoogte van deelgebieden 1 t/m 3 en VP4 bestaat de bodem uit afzettingen van het estuarium van de Oude Rijn en een gestapeld landschap. Deelgebieden 2, 3 en VP4 zijn lange tijd onderdeel geweest van een veenlandschap. Dit landschap betreft een nat milieu en vormt hiermee geen gunstige woonomstandigheden. Voor deelgebieden 2, 3 en VP4 geldt daarom een lage verwachting voor de periode laat-neolithicum tot en met vroege middeleeuwen. Deelgebied 1 ligt vermoedelijk op een (hoger gelegen) oeverwal van de Oude Rijn estuarium. Op basis hiervan geldt er een middelhoge verwachting voor de periode ijzertijd tot en met vroege middeleeuwen. Deelgebieden 4 t/m 8 en F1, F5, F7, F9, VP2, VP3 en VP6 liggen op een brede zuidoost-noordwest georiënteerde strandwal waarvoor een hoge verwachting geldt voor het laat-neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen.
Al de deelgebieden maakten tot in de 20e eeuw deel uit van een polderlandschap. Op basis van deze gegevens geldt voor alle 16 de deelgebieden een lage verwachting voor de periode volle middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd.
Omwille van bovenstaande informatie wordt archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk geacht voor de deelgebieden 1, 2, 4, 5, 6, 7 en 8 en voor deelgebieden F1, F5, F7, VP4 en VP6. Voor deelgebied 3 en deelgebieden VP2, VP3 en F9 wordt géén archeologisch vervolgonderzoek nodig geacht, gezien de lage archeologische verwachting. Tenzij de toekomstige bodemverstoring dieper dan 1 meter -mv zullen plaatsvinden.
Het vervolgonderzoek kan het beste plaatsvinden in de vorm van een verkennend booronderzoek om de intactheid van de bodem en de diepteligging van potentiële archeologische niveaus vast te stellen. Hierbij zal dan ook duidelijk worden of bodemopbouw onder het ophoogpakket intact of verstoord is.