Eindrapportage archeologisch vooronderzoek (19097.002) Kerkewal (ong.) te Dodewaard

DOI

Gespecificeerde archeologische verwachting Op basis van het archeologisch bureauonderzoek heeft het plangebied een lage verwachting op het voorkomen van archeologische resten uit de perioden Laat-Paleolithicum t/m Vroege-Middeleeuwen. Deze verwachting is gebaseerd op de paleogeografische ontwikkeling, waarbij het plangebied een ligging had binnen een vlechtende riviervlakte had (Laatpleniglaciale terras), overgaand naar een ligging binnen een komgebied gedurende het einde van het Weichselien en het Vroeg-Holoceen. Ook tijdens de periode dat de Veedijk stroomgordel actief was, welke enkele honderden meters ten oosten van het plangebied heeft gelegen behield het plangebied waarschijnlijk zijn lage positie in het landschap. Tijdens het merendeel van de actieve periode van de Veedijk stroomgordel, Vanaf circa 3900 tot 3250 v. Chr. (Midden-Neolithicum), betrof het waarschijnlijk een netto insnijdend Vroeg-Holoceen meanderend systeem en pas tegen het einde van zijn actieve fase zal enige vorming van oeverwallen hebben plaatsgevonden. Aangetroffen archeologische vindplaatsen uit de perioden Midden-Neolithicum t/m Midden-Bronstijd liggen ook binnen de begrenzing van deze stroomgordel. Ook na de actieve fase van de Veedijk stroomgordel had het plangebied een ligging binnen een komgebied, op grotere afstand van riviersystemen. Tot het moment van bedijking zal het plangebied een ligging hebben gehad in een vrij nat/moerasachtig gebied dat regelmatig en waarschijnlijk langdurig onder water stond, gedurende perioden van hoogwater/overstromingen. Als bewoningslocatie zal het plangebied ongeschikt zijn geweest. De archeologische beleidskaart 2016 van de gemeente Neder-Betuwe geeft voor het plangebied een hoge archeologische trefkans specifiek voor (restanten van) een middeleeuwse zijwende. Deze heeft mogelijk langs de ten noorden gelegen Lingewetering gelegen, een van oorsprong in de 13e eeuw aangelegde tochtsloot. De wetering is echter in de periode 1951-1952 verbreed in zuidelijke richting, waardoor de kans groot is dat een eventueel voorheen aanwezige zijwende ter hoogte van het plangebied reeds is vergraven of dat hooguit nog een restant zich bevindt ter plaatse van de huidige Kerkewal, langs de noordzijde en dus niet binnen de begrenzing van het plangebied. Voor de perioden Late-Middeleeuwen en Nieuwe tijd is de verwachting dan ook laag.

Resultaten inventariserend veldonderzoek De resultaten van het inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase) bevestigd de aanwezigheid van voornamelijk komafzettingen. Een tweetal laklagen als aquatische bodems wijzen op tijdelijke perioden van afgenomen sedimentatiesnelheid in de overstromingsvlakte. De laklagen vormen echter geen aanwijzing op een bewoonbaar archeologisch niveau aangezien deze zich onder natte omstandigheden heeft kunnen vormen. Het pakket matig siltige kleien gaat over in sterk siltige en in oostelijke richting ook uiterst siltige kleien en betreffen kom- tot oeverachtige afzettingen die waarschijnlijk gesedimenteerd zijn tijdens de actieve fase van de ten oosten gelegen Veedijk stroomgordel. In de top van deze afzettingen is verder geen sprake van een sterk ontwikkelde vegetatiehorizont als potentieel loopniveau. Het bevestigd het beeld dat oeverwalvorming langs de Vee-dijk stroomgordel slechts in beperkte mate heeft plaatsgevonden en waarschijnlijk dus alleen aan het einde van zijn actieve fase, bij de overgang van een netto insnijdend naar een aggraderend meanderend systeem. Duidelijke lagen van zandige klei van oever- dan wel crevasseafzettingen zijn niet aanwezig binnen het plangebied. Na de actieve fase van de Veedijk stroomgordel volgde binnen het plangebied al snel weer sedimentatie van de bovenliggende komafzettingen plaats. Verder ontbreekt het aan lagen aan-/opgebrachte grond, welke eventueel gerelateerd zouden kunnen worden aan grondwerken die langs de Lingewetering hebben plaatsgevonden ((laatmiddeleeuwse) zijwende).

Conclusie Uit het vooronderzoek is gebleken dat in het plangebied voornamelijk komafzettingen aanwezig zijn. De komafzettingen worden naar beneden toe siltiger, maar duidelijke lagen van zandige klei van oever- dan wel crevasseafzettingen zijn niet aangetroffen. De archeologische verwachting voor komafzettingen is laag. Dit door de lage positie in het landschap. Aangetroffen laklagen bevatten geen kenmerken van een cultuurlaag. De archeologische verwachting in het plangebied is daarom laag/de lage verwachting blijft gehandhaafd. Eventuele restanten van een laatmiddeleeuwse zijwende moeten buiten de begrenzing ten noorden van het plangebied worden gezocht.

Advies Op grond van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek, waarbij de kans op archeologische waarden laag wordt geacht, wordt door Econsultancy de aanbeveling gedaan om, in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ), geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden en het plangebied vrij te geven voor de toekomstige plannen.

Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethode. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Mochten tijdens de graafwerkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen, dan dient hiervan melding te worden gemaakt conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet uit juli 2016 bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/07I3WG
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/07I3WG
Provenance
Creator Broeke, ten, E.M.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor Broeke, ten, E.M.; Econsultancy; Broeke, E.M. ten
Publication Year 2023
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact Broeke, ten, E.M. (Econsultancy)
Representation
Resource Type Archeologisch prospectief onderzoek; Dataset
Format application/pdf
Size 10098260
Version 1.0
Discipline Humanities
Spatial Coverage Doetinchem