ADC ArcheoProjecten heeft in januari 2017 een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Van Foreestweg 2a te Delft. Aanleiding is de voorgenomen uitbreiding van de bestaande supermarkt Plus (900 m2).Op basis van het bureauonderzoek had het plangebied een hoge verwachting voor de Romeinse tijd tot Late Middeleeuwen. Dit is gebaseerd op de aanwezigheid van een zij-geul van de Gantel in het plangebied. Bewoning in de Nieuwe tijd wordt op basis van studie van historische kaarten niet verwacht. Het plangebied lag destijds in de Voordijkshoornsche polder en het landgebruik was voornamelijk weidegrond. Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd.Het plangebied bestaat uit een getijdenzij-geul van het Gantelsysteem. De diepere geulvulling bestaat uit kalkrijk siltige, licht humeuze klei met vele zandlaagjes. Deze geulvulling is afgedekt door een dunne veraarde veenlaag. Deze afdekkende veenlaag is de zogenoemde “Woudlaag”.Hier overheen is nog een dunne laatmiddeleeuwse kleilaag gesedimenteerd die deel uitmaakt van een vaak vergraven Warmoezerijgrond. Aan het oppervlak bevind zich een circa 120 cm dikke recente ophogingslaag uit het eind van de 20e eeuw.Uit de drie dieper doorgezette boringen in en direct om het plangebied komt het beeld naar voren van een mogelijk intact gebleven vroegmiddeleeuwse woudlaag op intacte Romeinse geulafzettingen van de Gantel. Dit Romeinse niveau heeft een hoge archeologische verwachting en bevat een Romeinse scherf. De intactheid van dit niveau valt moeilijk te bepalen vanwege de vele puinlagen binnen het plangebied en de mogelijke verstoringen door buizen, rioleringen en kabels en andere graafwerkzaamheden.Op basis van het verkennend booronderzoek blijkt dat in de ondergrond een niveau aanwezig is met een archeologische verwachting. De feitelijke verstoring van dit niveau betreft enkel twee relatief kleine ontgravingen die samen een oppervlak hebben van circa 50m2. De omvang van de graafwerkzaamheden is daarmee veel kleiner dan de minimale omvang waarvoor een onderzoekplicht geldt (100m2). In overleg met de bevoegde overheid wordt daarom geadviseerd om het plangebied vrij te geven voor de geplande ontwikkeling.Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 5.10 van de Erfgoedwet.Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid (gemeente Delft) op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies.