REINHOLD AKKERMAN (NL) Reinhold Akkerman was tijdens de razzia 17 jaar. Hij werd opgepakt samen met zijn tweelingbroer Johan bij hun ouderlijk huis in de Blokmakerstraat. Hun ‘reis’ duurde slechts 10 dagen. Ze moesten verzamelen in de katoenfabriek ' Katoenveem ' in de Lekhaven. Die fabriek was nog leeg, alleen het skelet en de muren stonden er. Hier hebben ze een halve dag gezeten. Tegen de avond liepen ze, samen met buurjongens en buurmannen, naar de Merwedehaven waar ze in rijnaken moesten stappen. Ze voeren eerst naar Amsterdam, waar ze in een KNSM loods terecht kwamen. Reinhold was te laat voor het eten omdat hij zijn broer aan het zoeken was.In Kamp Wezep sliepen ze in barakken met zo’n 30 man. Als er rijen geteld moesten worden, sloten hij en zijn broer snel weer aan bij de volgende rij, zodat de telling niet klopte. Hij heeft de executie van 3 jongens gezien, wat veel indruk op hem heeft gemaakt. Na een paar dagen mochten ze naar huis, omdat ze op aanraden van een Rotterdamse brandweerman hadden gezegd dat ze nog geen 17 waren. Ze schoren hun beenharen af en verbrandden hun persoonsbewijzen. De Duitse kampcommandant liep wel 100 x langs voordat hij besloot dat ze konden gaan. Akkerman denkt dat deze man thuis ook kinderen had en dat zijn geweten hem parten speelde.Ze liepen, met nog een buurjongen, naar het dorp Wezep waar ze in de pastorie aten. ’s Avonds gingen ze met een boer mee, waar ze ziek werden van het varkensvlees dat ze van hem kregen. De volgende dag gingen ze terug naar de pastorie en vandaar in een vrachtwagen mee naar Utrecht met nog 27 jongens. In Utrecht kregen ze eten en sliepen ze op de zolder van een melkboer. De volgende dag vertrokken ze per vrachtwagen naar Rotterdam. Ze stapten uit bij de Matenesseweg, in ‘De Puin’, zo noemden ‘locals’ de wijk die helemaal platgebombardeerd was. Daar hielden ze zich schuil totdat het donker werd. Toen zijn ze naar huis gelopen.Hij vertelt over de aardappelschillen die zijn vader tijdens de Hongerwinter bakte en die niet te eten waren. En over de suikerbieten waar ze een dikke keel van het blauwzuur van kregen. Ook vertelt hij hoe hij een keer met een vriend na 20.00 u nog door ‘De Puin’ zwierf en gesnapt werd door twee Duitse onderofficieren. En hoe ze brandhout sloopten uit een school achter hun huis.Mijnheer Akkerman heeft de bombardementen, razzia, zien van executies, de Hongerwinter etc. naar eigen zeggen kunnen doorstaan, omdat hij nog jong was. Door de oorlog houdt hij nog steeds niet van ‘moffen’. Hij is nog nooit in Duitsland geweest en zal daar ook niet naartoe gaan.
SAMENVATTING ONDERWERP. Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daarop volgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden.De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits Nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’.Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk".
REINHOLD AKKERMAN (EN) Reinhold Akkerman was 17 years old during the raid. He was arrested together with his twin brother Johan at their parental home in the Blokmakerstraat. Their ‘journey’ lasted only 10 days. They had to assemble at the cotton factory ' Katoenveem ' in the Lekhaven. The factory was still empty, only the skeleton and the walls were there. They stayed there for half a day. Towards evening they walked, together with neighbouring boys and men, to the Merwedehaven where they had to board Rhine barges. They first sailed to Amsterdam, where they ended up in a KNSM shed. Reinhold was late for dinner because he was looking for his brother.In Camp Wezep they slept in barracks with about 30 men. When rows had to be counted, he and his brother quickly joined the next row, so that the count was incorrect. He witnessed the execution of 3 boys, which made a great impression on him. After a few days they were allowed to go home, because on the advice of a Rotterdam fireman they had said that they were not yet 17. They shaved off their leg hair and burned their identity cards. The German camp commander walked past them 100 times before he decided that they could go. Akkerman thinks that this man also had children at home and that his conscience was playing tricks on him.They walked, with another boy from the neighbourhood, to the village of Wezep where they ate in the rectory. In the evening they went with a farmer, where they became ill from the pork he gave them. The next day they went back to the rectory and from there they went in a truck to Utrecht with 27 other boys. In Utrecht they were given food and slept in the attic of a milkman. The next day they left for Rotterdam by truck. They got off at the Matenesseweg, in ‘De Puin’, as the ‘locals’ called the neighbourhood that had been completely bombed flat. They hid there until it got dark. Then they walked home.He tells about the potato peelings that his father baked during the Hunger Winter and that were inedible. And about the sugar beets that gave them a sore throat from the cyanide. He also tells how he once wandered through ‘De Puin’ with a friend after 8 p.m. and was caught by two German non-commissioned officers. And how they were stealing firewood from a school behind their house.Mr. Akkerman says he was able to endure the bombings, the raids, seeing executions, the Hunger Winter etc. because he was still young. Because of the war, he still doesn’t like ‘krauts’. He has never been to Germany and he won’t go there either.
SUMMARY OF THE SUBJECT. On the evening of 9 November 1944, a cordon was placed around Rotterdam and Schiedam by the German army. All important bridges and strategic points were closed off, trams were no longer running and telephone traffic was blocked. On the following two days, more than 52,000 Rotterdammers and Schiedammers between the ages of seventeen and forty were arrested and taken to Germany to perform forced labour there, often in appalling conditions.
The Rotterdam Raid was one of the largest manhunts that the German National Socialist regime ever conducted. The resistance newspaper Vrij Nederland reacted with shock, writing on 14 December 1944: ‘Fifty thousand Dutch men let themselves be led away like sheep and just as many women watch as their husbands and sons are led defenceless to Hitler’s slaughterhouse’.
The project Journey of the Razzia is based on filmed testimonies of men who experienced the raid and the subsequent journey, to fill a gap in the historiography and to provide insight into the events based on the theme "Maneuverability of an individual in a society under pressure”.
REINHOLD AKKERMAN (DE) Reinhold Akkerman war zum Zeitpunkt der Razzia 17 Jahre alt. Er wurde zusammen mit seinem Zwillingsbruder Johan im Elternhaus in der Blokmakerstraat festgenommen. Ihre „Reise“ dauerte nur 10 Tage. Sie mussten sich in der Baumwollfabrik „Katoenveem“ im Lekhaven versammeln. Die Fabrik war noch leer, nur das Skelett und die Wände standen. Sie saßen einen halben Tag hier. Gegen Abend gingen sie zusammen mit den Jungen und Männern aus der Nachbarschaft zum Merwedehaven, wo sie Rheinkähne besteigen mussten. Sie fuhren zunächst nach Amsterdam, wo sie in einem Lagerhaus der KNSM landeten. Reinhold kam zu spät zum Abendessen, weil er seinen Bruder suchte.Im Lager Wezep schliefen sie in Baracken mit etwa 30 Mann. Beim Zählen der Reihen gingen er und sein Bruder immer schnell wieder in die nächste Reihe, so dass die Zählung falsch war. Er wurde Zeuge der Hinrichtung dreier Jungen und hinterließ damit einen tiefen Eindruck auf ihn. Nach einigen Tagen durften sie nach Hause gehen, da sie auf Anraten eines Rotterdamer Feuerwehrmannes angegeben hatten, noch keine 17 Jahre alt zu sein. Sie rasierten sich die Beinhaare und verbrannten ihre Ausweise. Der deutsche Lagerkommandant ging hundertmal an ihnen vorbei, bevor er entschied, dass sie gehen konnten. Akkerman glaubt, dass dieser Mann auch Kinder zu Hause hatte und dass sein Gewissen ihm Streiche spielte.Sie gingen mit einem anderen Nachbarsjungen in das Dorf Wezep, wo sie im Pfarrhaus aßen. Abends gingen sie zu einem Bauern, wo sie von dem Schweinefleisch, das er ihnen gab, krank wurden. Am nächsten Tag gingen sie zurück zum Pfarrhaus und fuhren von dort mit 27 anderen Jungen in einem Lastwagen nach Utrecht. In Utrecht bekamen sie Essen und schliefen auf dem Dachboden eines Milchbauern. Am nächsten Tag fuhren sie mit dem LKW nach Rotterdam. Sie stiegen am Matenesseweg in „De Puin“ aus, wie die „Einheimischen“ das völlig zerbombte Viertel nannten. Dort versteckten sie sich, bis es dunkel wurde. Dann gingen sie zu Fuß nach Hause.Er erzählt von den Kartoffelschalen, die sein Vater im Hungerwinter gebacken hatte und die ungenießbar waren. Und über die Zuckerrüben, die ihnen durch das Zyanid Halsschmerzen bescherten. Außerdem erzählt er, wie er einmal nach 20 Uhr mit einem Freund durch ‚De Puin‘ streifte und von zwei deutschen Unteroffizieren erwischt wurde. Und wie sie Brennholz aus einer Schule hinter ihrem Haus rissen.Herr Akkerman sagte, er habe die Bombenangriffe, Razzien, Hinrichtungen, den Hungerwinter usw. überleben können, weil er noch jung war. Wegen des Krieges mag er Kraut immer noch nicht. Er war noch nie in Deutschland und wird auch nicht dorthin gehen.
ZUSAMMENFASSUNG THEMA. Am Abend des 9. November 1944 errichtete die deutsche Armee eine Sperre um Rotterdam und Schiedam. Alle wichtigen Brücken und strategischen Punkte wurden abgesperrt, Straßenbahnen fuhren nicht mehr und der Telefonverkehr war unterbrochen. An den beiden folgenden Tagen wurden über 52.000 Einwohner Rotterdams und Schiedams im Alter zwischen 17 und 40 Jahren festgenommen und nach Deutschland verschleppt, um dort unter oft entsetzlichen Bedingungen Zwangsarbeit zu verrichten.
Die Razzia in Rotterdam war eine der größten Menschenjagden, die das nationalsozialistische Regime in Deutschland jemals durchgeführt hat. Die Widerstandszeitung Vrij Nederland reagierte schockiert und schrieb am 14. Dezember 1944: „Fünfzigtausend Niederländer ließen sich wie Schafe abführen und ebenso viele Frauen mussten zusehen, wie ihre Männer und Söhne wehrlos zu Hitlers Schlachthaus geführt wurden.“. Das Projekt „Journey of the Razzia“ basiert auf gefilmten Zeugenaussagen von Männern, die die Razzia und die anschließende Reise miterlebt haben, um eine Lücke in der Geschichtsschreibung zu schließen und unter dem Thema „Der Handlungsspielraum eines Individuums in einer Gesellschaft unter Druck“ Einblicke in die Ereignisse zu geben.
Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daaropvolgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden. De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’.Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk".De getuigenissen in Reis van de Razzia zijn gedaan door mannen die nu gemiddeld 87 jaar oud zijn en indertijd, eind 1944, tussen de 17 en 21 jaar oud waren. In de getuigenissen van deze jongens valt te horen wat hun overkomen is tijdens de oorlogsjaren en wat hun handelingsruimte was ten tijde van de razzia. Maar ook hoe de ervaring van de reis van de razzia, naar Duitsland en Oost-Nederland, hun verzelfstandiging in de hand heeft gewerkt.Na de bevrijding pakten de jongens de draad weer op, in een groot aantal gevallen nog onderbroken door de politionele acties in Indonesië. Maar uiteindelijk kregen ze een eigen leven, een eigen gezin, in een Nederland dat volop in het teken stond van de wederopbouw.Het project bestaat uit 76 interviews. Ieder interview is beschikbaar als afzonderlijke dataset met een eigen Persistent Identifier. Iedere dataset is als volgt opgebouwd: Bestand .docx-bestand is de transcriptie in Word. Bestand _3, indien aanwezig, bevat een beschrijving van de route die geïnterviewde heeft afgelegd.* Soms heeft de geïnterviewde aanvullende informatie, zoals foto's of een (eerder geschreven) verslag, beschikbaar gesteld. Deze informatie is dan opgenomen als _data en/of _fotobestand in de desbetreffende dataset. De inhoud wordt beschreven in het opmerkingenveld van de dataset.