Inleiding Namens N.V. Nederlandse Gasunie heeft LievenseCSO RAAP opdracht verleend voor een proefsleuvenonderzoek met doorstart naar een opgraving in maart en april 2016. Dit in verband met de aanleg van een nieuwe gasleiding tussen Itteren en Meerssen (gemeente Maastricht). Het primaire doel was het veiligstellen van de wetenschappelijke informatie van vindplaatsen die tijdens archeologisch vooronderzoek zijn aangetroffen (behoud ex situ).Landschap Het tracé van de gasleiding loopt van west naar oost vanaf het vlakke Geistingenterras naar de hellende daluitspoelingswaaier van de Geul. De basis van het Geistingenterras bestaat uit grindrijke zanden van de vlechtende Maas uit de Jonge Dryas. In de loop van het Holoceen zijn hier bij hoogwater in verschillende fasen pakketten klei en leem overheen afgezet. Onderscheiden zijn oude klei (Jonge Dryas/Preboreaal), oeverafzettingen (Atlanticum) en jong overstromingsdek (vanaf de Middeleeuwen). Het feit dat deze lagen voorkomen, duidt op een relatief lage landschappelijke ligging, want alleen de hoogste grindkoppen bleven van overstroming gevrijwaard. De grote hoeveelheden roest en vegetatiehorizonten duiden ook op relatief natte omstandigheden. Pas op de daluitspoelingswaaier wordt de bodem droger. De afzettingen bestaan hier uit een gelaagd pakket verspoelde löss die door de Geul is aangevoerd en is gesedimenteerd op het punt waar het hellende Geuldal in het relatief vlakke Maasdal uitmondt. Een deel van de daluitspoelingswaaier is al oud, getuige het voorkomen van een goed ontwikkelde radebrikgrond. In het Holoceen heeft ook op de daluitspoelingswaaier echter erosie en sedimentatie plaatsgevonden, getuige een gelaagd opgevulde geulinsnijding.

Date: 2016-04-16