Tijdens het archeologisch proefsleuvenonderzoek zijn 33 vondsten verzameld, verdeeld. Het handgevormde aardewerk kan in de IJzertijd worden gedateerd (800-12 v. Chr.). Dit materiaal is aangetroffen in werkput 1 en 5 in de akkerlaag direct onder het plaggendek. Het Kogelpotaardewerk en het Pingsdorf aardewerk is aangetroffen in werkput 6, als verploegd materiaal in de onderste laag van het plaggendek. Dit materiaal dateert in de Late Middeleeuwen (900-1200 n. Chr.). Bij het natuursteen gaat het om gebroken fragmenten. Deze zijn naast het handgevormde aardewerk uit de IJzertijd en het aardewerk uit de Late-Middeleeuwen in dezelfde laag aangetroffen.