Zeevang Etersheim lichten Sarcofaag uitwerking Maritiem IVO

In opdracht van de Provincie Noord-Holland heeft ADC ArcheoProjecten in samenwerking met Periplus Archeomare en Subcom een 12e eeuwse sarcofaag opgegraven en gelicht in het Markermeer bij Etersheim. De sarcofaag is gevonden door R. Leguit van de Landelijke Werkgroep Archeologie Onder Water. Met de lichting van de sarcofaag wilde men voorkomen dat het object en de inhoud door sportduikers zouden worden aangetast, aangezien de sarcofaag goed bereikbaar was en Etersheim een populaire duiksite is. Bovendien bestond het vermoeden dat het object als gevolg van bodemerosie steeds verder vrij zou komen te liggen waarmee behoud in situ niet gegarandeerd was.

Het veldwerk is uitgevoerd op 13 en 14 augustus 2009. Hierbij is niet alleen de sarcofaag zelf, maar ook de sarcofaagdeksel aangetroffen.De sarcofaagdeksel bleek in twee delen te zijn gebroken. Deze waarnemingen maken het zeer aannemelijk dat de sarcofaag zich bevond in een mariene geul die door het veengebied heen is gesneden en die daarmee een deel van het veenpakket heeft opgeruimd. Tijdens deze erosie is de sarcofaag van een hoger niveau de geul in gegleden. De sarcofaag kan op basis van een typologische kunsthistorische vergelijking gedateerd worden in de tweede helft van de 12e eeuw.

De sarcofaag en de deksel zijn beide vervaardigd van bontzandsteen uit het Eifel of Wesergebied in Duitsland. De grote breuk van de sarcofaagdeksel is oud, zoals blijkt uit de petrografische analyse van het breukvlak. De tijdens het onderzoek verzamelde menselijke botten zijn onderzocht en daaruit bleek onder meer dat de door de LWAOW in de sarcofaag gevonden onderkaak past aan schedelfragmenten die buiten de stenen doodskist zijn gevonden. Zowel op basis van fysisch antropologisch onderzoek als DNA onderzoek is vastgesteld dat het om een man gaat. Op basis van de koolstofdatering van een monster uit een van de kiezen uit de kaak kan geconcludeerd worden dat het individu in de sarcofaag uit de 13e eeuw AD afkomstig is (1215-1285 AD). Dit strookt niet met de (kunsthistorische) datering van de sarcofaag. Om deze reden zou geconcludeerd kunnen worden dat de doorlooptijd van de stenen sarcofaag enkele generaties bedroeg.

In het rapport worden ook de vondstcategorieën aardewerk, keramisch bouwmateriaal en natuursteen besproken. Een opvallende conclusie is dat de los in de bodem van de opgravingsput aangetroffen tufstenen waarschijnlijk afkomstig zijn van een steenkist; een graf opgebouwd uit tufstenen en kloostermoppen. Ook deze is als gevolg van de mariene erosie uit context geraakt. Verder wordt een overzicht gegeven van de mogelijke interpretatie van de Vroegchristelijke symbolen. Daarnaast wordt uitvoerig ingegaan op de archeologische betekenis van sarcofagen. Er zijn verschillende aanwijzingen dat de sarcofaag van Etersheim gebruikt is als collectief graf. De inventarisatie van sarcofagen en sarcofaagdeksels in Noord-Holland door B. Ooijevaar maakt van het onderzoek een compleet overzicht van de gedane vondsten in deze provincie.

Ondanks de spectaculaire vondst en de vele resultaten die de uitwerking heeft opgeleverd, blijft het verdronken dorp bij Etersheim een tot op heden ongrijpbaar archeologisch fenomeen. Het gebied is nauwelijks te onderzoeken met geofysische methoden die de oppervlakte van de waterbodem in kaart brengen als gevolg van een laag fijn IJsselmeerslib. Deze laag heeft de bodem geëgaliseerd en eventuele diepere structuren afgedekt. Duikonderzoek is als gevolg van het zeer slechte zicht en de aard van de vindplaats zeer moeizaam. Op theoretische gronden kan het een en ander gezegd worden over de archeologische verwachting en de conserveringstoestand, maar de veldgegevens om dit te onderbouwen ontbreken.

Om deze reden wordt geadviseerd om in ieder geval de zone rondom de vondstlocatie van de sarcofaag en de geprojecteerde positie van de buitendijkse kerk nader te onderzoeken. In de nabijheid van de sarcofaag is namelijk door verscheidene duikers op fundamenten gestuit, die nader onderzocht en begrensd zouden moeten worden. Gedacht kan worden aan een duikonderzoek, waarbij de fundamenten door middel van sonderingen en proefputten worden opgespoord. Dit onderzoek zou gecombineerd kunnen worden met bodempenetrerende geofysische methoden zoals grondradar.

De sarcofaag zal tentoon worden gesteld in het nieuwe archeologische depot van Noord-Holland.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x56-sn47
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-iu0-36w
Related Identifier https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-tyyi-24
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:42787
Provenance
Creator ADC ArcheoProjecten; Waldus, W.B.
Publisher ADC ArcheoProjecten
Contributor Ostkamp, S.; Campenhout, K. van; Brenk, S. van den; Melkert, M.; Kootker, L.; Altena, E.; Ooijevaar, B.; Dijkstra, J.; Veer, R.H. van 't; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2010
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.031 LON, 52.581 LAT); 19H (kaartblad); Etersheim; Oosthuizen; Zeevang; Noord-Holland