In opdracht van Dienst Landelijk gebied heeft Grontmij een archeologisch Bureauonderzoek uitgevoerd voor forten Everdingen en Asperen en batterijen Poederoijen en Brakel. Aanleiding voor het onderzoek wordt gevormd door toekomstige baggerwerkzaamheden in de grachten. Doel van het onderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachtingswaarde. Op basis van het Bureauonderzoek wordt een advies gegeven over de noodzaak en wijze van eventueel vervolgonderzoek.Uit het Bureauonderzoek is gebleken dat de oorspronkelijke bodem rond en onder Fort Everdingen en Fort Asperen een hoge archeologische verwachtingswaarde hebben. In de top van deze sedimenten kunnen daardoor archeologische waarden worden verwacht vanaf de Late IJzertijd. De batterijen Poederoijen en Brakel liggen in een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde.De forten en batterijen hebben alle vier wel een hoge cultuurhistorische waarde. Met name tijdens periodes waarin veel werd gevochten zullen objecten in de grachten terecht zijn gekomen. Hierbij kan gedacht worden aan kogels en kanonnen en dergelijke. Van een oorspronkelijke context is waarschijnlijk geen sprake. Voor gebieden met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde geldt dat een vervolgonderzoek dient te worden uitgevoerd. Echter, de baggerwerkzaamheden zullen voornamelijk in de grachten plaatsvinden. Voor water is in geen van de gemeentes archeologisch beleid opgesteld. Ook oevers van de grachten worden soms niet ongemoeid gelaten. Echter, het betreffen in dit geval alleen graafwerkzaamheden waarbij de oorspronkelijke, natuurlijk gevormde bodem niet wordt aangetast. Eventueel aanwezige archeologische waarden daarin worden daarom niet bedreigd.
Bureauonderzoek: forten Everdingen en Asperen, batterijen Poederoijen en Brakel