Het pand ontstond in 1768, toen Cornelis van Tol naast dit woonhuis ook dat van zijn buurman in zijn bezit kreeg. Een deel hiervan voegde hij bij zijn eigen pand, dat gebouwd was volgens de 18e eeuwse mode. De statige woning met het strakke
metselwerk en de uitbundig geornamenteerde entreepartij is binnen voorzien van indrukwekkend 18e eeuws stucwerk dat gekenmerkt wordt door een overgangsstijl waarin zowel rococo als neoclassicisme tot uitdrukking komen.
Achter het voorhuis aan de Breestraat bevond zich aan de Boommarkt een achterhuis met daarnaast nog twee panden. Op 10 april 1858 kwam het woonhuis in eigendom van de logementhouder Leendert Verhaaff, die hier Hotel du Lion
d’Or runde. Korte tijd later overleed hij en zijn nabestaanden runden het hotel tot 1918. Onder leiding van de bekende Leidse architect Bernard Buurman werd het pand vervolgens ingericht als toonzaal voor de NV Elektriciteit- en Gasmaatschappij
De Vries en Stevens, in 1936 gevolgd door De maatschappij tot Exploitatie van Clichéfabrieken, die in eerste instantie de inrichting van de fabriek aan de Boommarkt aanhield. Twee jaar later werd het voorhuis op de eerste verdieping ingrijpend verbouwd en kwam er aan de achterzijde een uitbreiding ter plaatse van de binnenplaats. In 1965 ging het pand in eigendom over van de gemeente Leiden die het opnieuw rigoreus verbouwde. Een nieuwe verbouwing volgde in 1987 toen de Gemeentelijke Kredietbank het pand betrok. Naast de met name esthetische aanpassingen werd het voorzien van een lift.