MUG Ingenieursbureau heeft in opdracht van Dienst Landelijk Gebied een archeologisch karterend onderzoek uitgevoerd langs de Grote Wetering bij Dreumel, gemeente West Maas en Waal. De aanleiding voor het onderzoek wordt gevormd door de toekomstige herinrichting van de Grote Wetering, waarbij natuurvriendelijke oevers worden aangelegd.In een eerder stadium is een archeologisch inventariserend booronderzoek uitgevoerd door MUG Ingenieursbureau. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is de huidige onderzoekslocatie geselecteerd voor vervolgonderzoek. In het onderzoeksgebied is sprake van stroomrugafzettingen en rivierduinen. Deze lagen worden kansrijk voor archeologie geacht. Daarom zijn deze lagen bemonsterd door middel van megaboringen. Deze boringen zijn in een verspringend grid met een tussenafstand van 12,5 m geplaatst op de oevers van de Grote Wetering. Het onderzochte tracé heeft een lengte van 1,2 km.In de bodemmonsters is in drie boringen aardewerk aangetroffen dat uit de periode bronstijd-ijzertijd dateert. Verder is er in één boring een slak/sintel aanwezig. De aanwezigheid van archeologische indicatoren wijst er dat er sprake is van archeologische vindplaatsen. Het gaat hierbij om twee locaties waar aardewerk (boring 86 en 99) is aangetroffen, één met mogelijk aardewerk (boring 21) en één locatie met mogelijk metaal slakken/sintels (boring 48). Wij bevelen aan om in een straal van 10 m rond deze vindplaatsen geen bodemingrepen uit te voeren. Is dit niet mogelijk dan bevelen wij aan om een waarderend booronderzoek uit te voeren. Hierbij wordt het boorgrid verder verdicht. Doel is hierbij om na te gaan of er meer archeologische indicatoren aanwezig zijn om zo een beter beeld te krijgen van datering, omvang en diepteligging van de vindplaatsen.Voor de rest van het onderzoeksgebied bevelen wij aan om geen verder archeologisch onderzoek uit te voeren. Dit betreft een aanbeveling. Het selectiebesluit is voorbehouden aan de bevoegde overheid, gemeente West Maas en Waal.Verder dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) kenbaar te worden gemaakt, om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: “Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij onze minister”. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Het verdient aanbeveling ook de bevoegde overheid, gemeente West Maas en Waal hiervan op de hoogte te stellen.
Date: 06/05/2013 (veldwerk)