Bureauonderzoek en karterend booronderzoek Plangebied De Zandsteeg 17 te Uddel, Gemeente Apeldoorn

DOI

Op grond van de bestudeerde bronnen kan geconcludeerd worden dat het plangebied een hoge trefkans heeft op archeologische resten uit de periode van het Laat Paleolithicum tot en met de Nieuwe Tijd. Door het inrichten als landbouwgebied en in de 60-ger jaren van de vorige eeuw met bebouwing heeft waarschijnlijk tot een beperkte diepte voor een bodemverstoring gezorgd. Onbekend is echter tot hoe diep de bodem daadwerkelijk is verstoord. Geologisch onderzoek ten zuidwesten van het plangebied, toont aan de bodem is opgebouwd uit grindig zand met op grote diepte leem. De voorgestane ontwikkeling gaat uit van een nieuwe bodemverstoring van meer dan 50cm-mv. De archeologische lagen kunnen daarbij worden aangetast. Naar verwachting heeft de aanwezigheid van het eerddek (>50cm) een beperkte beschermend effect gehad op de archeologische bodemschatten. De verwachting van het bureauonderzoek wordt bevestigd door het inventariserend veldonderzoek. Op grond van de onderzoeksresultaten kunnen de onderzoeksvragen als volgt beantwoord worden:  Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied? De bodemopbouw in het plangebied vertoont een uniforme bodemopbouw. Onder een dunne strooisellaag of graszode bevindt zich een 30 tot 50 cm dikke subrecente opgebrachte laag teeltaarde met baksteenpuin en betonpuin. Vanaf een diepte van gemiddeld 50 cm tot 90 cm-mv is een oorspronkelijke lichtbruine iets humeuze eerdlaag aanwezig. Deze eerdlaag gaat geleidelijk over in iets grindig matig siltig dekzand. De aangetroffen bodemopbouw komt overeen met de verwachting uit het bureauonderzoek. Het betreft een hoge bruine enkeerdgrond die na de middeleeuwen ontstaan is na ontginning van heide door middel van ophoging met plaggenmest.  Wat is de intactheid van het bodemprofiel binnen het plangebied? De bodemopbouw in het plangebied is intact. De voor de ontginning oorspronkelijke aanwezige haarpodzolgronden zijn weliswaar niet aangetroffen, maar de verwachtte hoge bruine enkeerdgronden zijn wel aangetroffen. Er zijn behalve de fundering van de huidige woning geen diepe bodemverstoringen aanwezig in het plangebied.  Zijn, daar waar de bodem intact is, archeologische indicatoren aangetroffen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats in het onderzoeksgebied? Zo ja, wat is de aard en diepteligging ervan? Nee, er zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats aangetroffen. Archeologische indicatoren ontbreken. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat karterend booronderzoek geschikt voor het opsporen van de meeste typen vindplaatsen van landbouwende samenlevingen en grote vindplaatsen uit de Steentijd, maar niet voor alle vindplaatstypen. Kleine fenomenen als veldovens, meilers, dumps en grafvelden zijn niet of nauwelijks op te sporen met booronderzoek. Indien er toch archeologische resten aanwezig zijn, dan worden deze verwacht aan de basis van het eerddek en de top van de C-horizont. Zijn er archeologische lagen aangetroffen (cultuur- en afvallagen c.q. ophogingslagen)? Zo ja, wat is de aard, diepteligging en minimale en maximale dikte ervan? Nee, er zijn geen archeologische lagen (cultuur-, afvallagen of ophogingslagen) aangetroffen. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat karterend booronderzoek geschikt voor het opsporen van de meeste typen vindplaatsen van landbouwende samenlevingen en grote vindplaatsen uit de Steentijd, maar niet voor alle vindplaatstypen. Kleine fenomenen als veldovens, meilers, dumps en grafvelden zijn niet of nauwelijks op te sporen met booronderzoek. Ook is de trefkans met booronderzoek beperkt als er sprake is van vindplaatsen met een lage vondstdichtheid. Indien er toch archeologische resten aanwezig zijn, dan worden deze verwacht aan de basis van het eerddek en de top van de C-horizont  Wat is de aard, diepteligging en minimale en maximale dikte ervan? Vanwege het ontbreken van een archeologische vindplaats is deze vraag niet meer van toepassing.  In welke mate stemmen de resultaten overeen met de verwachtingen? De onderzoeksstrategie is adequaat geweest voor het aantonen van de intactheid van de bodemopbouw en het bepalen van de aan- of afwezigheid van archeologische vindplaatsen uit de periode van de Late Steentijd tot en met de Nieuwe Tijd met een relatief hoge vondstdichtheid. Andere vindplaatstypen zijn moeilijk op te sporen met behulp van booronderzoek. De aanwezigheid van dergelijke vindplaatsen kan op voorhand niet worden uitgesloten met behulp van booronderzoek. Het verwachtte bodemtype (enkeerdgrond) en de gaafheid van de bodemopbouw worden bevestigd door het bodemonderzoek. Echter, de hoge archeologische trefkans op vindplaatsen wordt niet bevestigd door het onderzoek.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-27k-wa7j
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-27k-wa7j
Provenance
Creator E.E.A. van der Kuijl
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor EEA Kuijl, van der; Hamaland advies vof
Publication Year 2017
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact EEA Kuijl, van der (Hamaland Advies)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 9092; 9043; 892; 4058; 2651807
Version 2.0
Discipline Humanities