De bovenste 80-95 cm van de bodem is verstoord dan wel opgebracht. Er is geen bodem aangetroffen. Daaronder is grindhoudend sterk zandige leem tot grindhoudend lemig grof zand aangetroffen. De leem is mogelijk een laat-glaciale komafzetting van de Maas/Rijn die op het fluviatiele terras ligt uit het Laat-Pleniglaciaal van de Rijn en Maas. Ten opzichte van het eerder uitgevoerde onderzoek (Prangsma 2015) ten noorden van het plangebied, waar de archeologische sporen zich bevonden in zandige en grindrijke smeltwater- dan wel hellingafzettingen uit het Saalien dan wel Weichselien, lijkt het erop dat de landschappelijke setting over korte afstand sterk is veranderd. De ligging in een komgebied (natte situatie) binnen een voormalige vlakte van een verwilderde is geen gunstige situatie om bewoningssporen aan te treffen uit welke periode dan ook. De kans wordt zeer klein geacht dat in het plangebied archeologische sporen aanwezig zijn.
Issued: 2016-01-18