IDDS Archeologie heeft in februari 2023 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd aan het Westeinde 52-54 in Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk. De doel- en vraagstelling van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Met het inventariserend veldonderzoek wordt deze verwachting getoetst en zo nodig aangevuld.
Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied is gelegen op (de flanken van) een tweetal strandwallen en de strandvlakte daartussen. Op historisch kaartmateriaal is te zien dat er op de locatie bollenteelt heeft plaatsgevonden tussen ca. 1915 en de jaren 60 van de 20e eeuw. Indien er in het plangebied weinig is afgegraven en omgewerkt, dan is het mogelijk dat er nog archeologische resten voorkomen. Eventuele archeologische waarden in het gehele plangebied kunnen voorkomen vanaf het maaiveld of in eventuele vegetatieniveaus in de ondergrond. De diepte hiervan is op voorhand niet vast te stellen. Op basis van de ouderdom van de strandwal kunnen eventuele archeologische resten dateren vanaf het Laat Neolithicum. Op basis van de archeologische waarden die in de directe omgeving van het plangebied zijn aangetroffen zal het dan met name gaan om resten uit de periode IJzertijd – Vroege Middeleeuwen. Strandwallen waren vanaf de prehistorie gunstige vestigingslocaties vanwege hun relatief hoge en droge ligging. Er zouden dan ook resten van bewoning kunnen worden aangetroffen, in de vorm van sporen zoals paalsporen, greppels en kuilen, en vondsten zoals aardewerk. Ook andere complextypes, zoals landgebruik (ploegsporen) en begravingen zijn mogelijk.
Uit het veldonderzoek blijkt dat het plangebied ligt in een smalle strandvlakte tussen twee strandwallen waar oorspronkelijk een laag veen op is ontstaan vanwege een natte laagte (watergang) in het centrum van de strandvlakte (en van het plangebied). Oorspronkelijk kwam op de strandvlakte in het plangebied een dunne veenlaag voor met een hoogteligging van ongeveer -0,4 m NAP. Voor dat niveau gold oorspronkelijk een lage archeologische verwachting omdat dit gebied niet optimaal was voor gebruik door de mens. Echter dit niveau en veel dieper is door de mens verstoord, vergraven en opgehoogd en daarom geldt in het plangebied nog slechts een zeer lage archeologische verwachting op intacte archeologische waarden.
IDDS Archeologie adviseert om het plangebied, voor wat betreft het aspect archeologie, vrij te geven voor de voorgenomen civieltechnische werkzaamheden.