Aan de Kerkenweg teWeiteveen wordt op het terrein tussen nrs. 31 en 31a b een woning gebouwd. De opdrachtgever is de Emco-groep. Aangezien het bouwterrein volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW2e generatie) een middelhoge archeologische trefkans heeft, werd Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) gevraagd een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van boringen uit te voeren. Dit onderzoek vond op 24 mei 2004 plaats en werd uitgevoerd door mw. drs. M. Essink en mw. drs. M.J.M. de Wit.ConclusieHet archeologisch inventariserend onderzoek (IVO) heeft aangetoond dat de bodemopbouw van het onderzoeksterrein voor het grootste deel intact is. Onder de bouwvoor en het veen is een E-, B- en C-horizont aanwezig. In boringen 2 en 4 is de veenlaag dikker dan in boringen 1 en 3, de natuurlijke ondergrond is hier dieper dan op de rest van het terrein. Boring 5 vertoont een verstoord bodemprofiel. Dit komt omdat het deel van het onderzoeksterrein dat aan de weg grenst, is gebruikt voor zandwinning tijdens de aanleg van de Kerkenweg. Hoewel de boringen 1 t/m 4 dus een intacte bodemopbouw hebben, zijn er in deze boringen (en op het terrein) geen vondsten aangetroffen. Het zand van de E-, B- en de C-horizont in boringen 1 t/m 4 bevat niets, zelfs geen kiezeltje. In de omgeving van het onderzoeksterrein zijn geen archeologische monumenten, vondstmeldingen en/of waarnemingen bekend. Waarschijnlijk is het onderzoeksterrein (en de omgeving) altijd laaggelegen geweest en derhalve ongeschikt voor bewoning in de prehistorie.Verder onderzoek op dit terrein wordt niet aanbevolen.
Date: 2004