Uit het bureauonderzoek blijkt dat op basis van de geologische ondergrond vindplaatsen verwacht worden uit de periode laat-paleolithicum tot en met de nieuwe tijd. Het plangebied heeft in ieder geval in de nieuwe tijd maar waarschijnlijk ook reeds in de late middeleeuwen deel uitgemaakt van akkerland waar als gevolg van het opbrengen van mest en plaggen in de loop der tijd een esdek is gevormd. Dit landbouwdek heeft een beschermende werking op eventueel aanwezige archeologische resten. In de directe omgeving van het plangebied zijn archeologische indicatoren uit de late middeleeuwen in de onderzijde van het esdek en in de top van de oorspronkelijk podzolbodem aangetroffen. Op 300 meter ten zuiden van het plangebied zijn dit jaar eveneens grondsporen uit de ze periode aangetroffen. Bewerkt vuursteen en aardewerk zijn aanwijzingen voor oudere bewoningssporen. In het plangebied geldt een brede archeologische verwachting voor wat betreft periode als complextype. Archeologische grondsporen worden verwacht in de top van de intacte pleistocene ondergrond bestaande uit matig fijn dekzand of grindrijke spoelwaaierafzettingen. Door het gebruik van de grond voor de akkerbouw is de kans aanwezig dat onder de huidige bouwvoor een doorwerkte oude akkerlaag aanwezig is met daarin verploegde archeologische indicatoren als aardewerk, houtskool, verbrande leem etc. Archeologische resten worden verwacht binnen 80 cm-mv. Uit het verkennend en karterend booronderzoek is gebleken dat binnen het plangebied de bodem plaatselijk geroerd is tot in de C-horizont, maar dit zich ook nog een restant van een oud landbouwdek in de bodem bevindt. In het plangebied kunnen nog archeologische resten voorkomen. De kans op intacte resten is het grootst voor landbouwers uit de periode laat neolithicum t/m nieuwe tijd en op basis van een aardewerkvondst met name voor de late middeleeuwen. Intacte archeologische resten kunnen aanwezig zijn vanaf 110 cm-mv. Indien rekening gehouden wordt met een bufferzone van 30 cm, dan kunnen graafwerkzaamheden plaatsvinden tot een diepte van 80 cm-mv zonder archeologische resten te verstoren.
Issued: 2016-01-05