In opdracht van Autodemontagebedrijf Jansen van Beek V.O.F. zijn in mei 2009 een archeologisch bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door middel van boringen uitgevoerdin verband met de geplande (her)ontwikkeling van het plangebied aan de Krakkedel tussen 40 en 42 in Doornenburg, gemeente Lingewaard.Uit de onderzoeken blijkt dat het plangebied ligt op de Zandvoortse stroomrug (die actief was tussen 1250 en 0 voor Chr.) en dan voornamelijk in een oude verlandde restgeul van deze stroomrug. Ter plaatse van de restgeul (boringen 2 tot en met 6) bestaat de bodem voornamelijk uit siltige kleien. De directe omgeving van boring 1 ligt op een oeverwal buiten de restgeul. Restgeulen zijn over het algemeen ongeschikt voor bewoning door de mens waardoor het onwaarschijnlijk is dat er in dezezone van het plangebied archeologische resten voorkomen. Op de oeverwal van de Zandvoortse stroomrug kunnen wel archeologische resten voorkomen uit de periode Late IJzertijd tot en met deNieuwe tijd. In boringen 1 en 2 zijn aan de onderzijde van de bouwvoor stukjes houtskool waargenomen die mogelijk kunnen wijzen op de aanwezigheid van dergelijke archeologische resten, dergelijke stukjes houtskool zouden echter ook afkomstig kunnen zijn van recente afvalverbranding door de boerenbedrijven aan weerszijde van het plangebied. Daarnaast is het gedeelte van het plangebied dat niet op de restgeulafzettingen ligt zeer beperkt, 150 tot 200 m2, waardoor hetaantreffen van eventuele archeologische resten in deze zone maar een zeer beperkte informatiewaarde zou opleveren.Op basis van de resultaten van het Inventariserend Veldonderzoek wordt geadviseerd om geen vervolgonderzoek uit te laten voeren tenzij er graafwerkzaamheden worden verricht in de zone rondom boring 1. Aanbevolen wordt om deze zone zo veel mogelijk te ontzien bij eventuelegraafwerkzaamheden. Hier kunnen mogelijk archeologische waarden aanwezig zijn, maar hiervoor zijn geen aanwijzingen aangetroffen.