Zederik Lexmond Kortenhoevensedijk 9c Booronderzoek

DOI

ADC ArcheoProjectenheeft in november 2016 een bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Kortenhoevensedijk 9c te Lexmond, gemeente Zederik. Aanleiding is de voorgenomen sloop van de huidige vrijstaande woning en bijgebouwen gevolgd door de nieuwbouw van twee vrijstaande woningen.Op basis van het bureauonderzoek is een gespecificeerde verwachting opgesteld. Hieruit volgt dat het plangebied zich tot de vorming van de Lek rond het begin van de jaartelling in een met klei en veen opgevulde rivierkom bevond. De zeer natte omstandigheden waren ongunstig voor bewoning.Daarom werden geen resten van vóór de Romeinse tijd verwacht. Vanaf het moment dat de Lek actief werd, hebben zich naar verwachting oeverafzettingen gevormd in het plangebied. Theoretisch kunnen op de oeverafzettingen van de Lek, archeologische bewoningsresten uit de Romeinse tijd of Vroege Middeleeuwen voorkomen. Dergelijke vindplaatsen komen echter weinig voor op de oevers van de Lek en concentreerden zich vooral in het zuiden van de Vijfheerenlanden.Vanaf de 11e eeuw werd het veengebied waar het plangebied in lag, op grote schaal ontgonnen, waarbij de Lek als ontginningsas fungeerde. Lexmond is in deze tijd ontstaan als bewoningslint langs de Lekdijk. Het is niet geheel duidelijk of het bewoningslint in die tijd al doorliep tot ter hoogte van het plangebied, of dat de bebouwing hier een meer recente aard heeft. Het perceel was in ieder geval al bewoond aan het begin van de 19e eeuw. Deze bewoning bevond zich in het uiterste noorden van het perceel, waar geen bodemingrepen zullen plaatsvinden. Het overige deel van het perceel was in de 19e eeuw overwegend in gebruik als boomgaard.In het plangebied kunnen nog bewoningsresten voorkomen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd.Deze manifesteren zich als een omgewerkte en/of opgebrachte laag met hierin aardewerk, puin, bot, houtskool, e.d.. Direct onder deze laag werden sporen van afvalkuilen, sloten en bewoning zoals muurresten, resten van vloeren en uitbraaksleuven verwacht.Teneinde deze verwachting te toetsen en waar nodig aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd.Tijdens dit booronderzoek is veen en komklei aangetroffen, in de meeste boringen afgedekt door een enkele decimeters dik pakket oeverafzettingen, die vanuit de Lek zijn afgezet. In het noordoosten is een crevassegeul aangetroffen, rustend op komklei. Deze geul lijkt te zijn dichtgeslibt en in een later stadium weer actief te zijn geworden. Op een ondieper niveau zijn mogelijke afzettingen van deze tweede fase aangetroffen. De top van de crevasse- en/of oeverafzettingen is verstoord tot 55 à 70 cm –mv. Eventuele archeologische resten zijn hierbij naar verwachting voor een groot deel verloren gegaan. Bovendien zijn de oeverafzettingen slechts 50 cm dik en rusten deze op komklei. Op basis hiervan moet worden geconcludeerd dat het plangebied op de flank van de oeverwal is gelegen en mogelijk geen gunstige bewoningsomstandigheden kende. Bovendien is de oeverklei kalkarm, wat betekent dat deze laag niet lang genoeg aan het oppervlak heeft gelegen om geheel te ontkalken, en geen permanente bewoning heeft kunnen plaatsvinden. Er zijn geen humeuze of opgebrachte lagen in de oever-, of crevasseafzettingen aangetroffen. In de omgewerkte lagen bevond zich recent puin, wat betekent dat deze verstoring waarschijnlijk gerelateerd kan worden aan de bouw van de huidige bebouwing en erfinrichting. Om deze redenen kan de archeologische verwachting bijgesteld worden naar laag voor alle archeologische perioden.ADC ArcheoProjecten adviseert daarom om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling, er vanuit gaande dat geen bodemverstoring plaats vindt ter plaatse van de historische bebouwing in het uiterste noorden van het perceel. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 5.10 van de Erfgoedwet.

Kortenhoevensedijk 9c te Lexmond (gemeente Zederik)

Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zu4-gmvu
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zu4-gmvu
Provenance
Creator J. Holl
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.G. Nieuwenhuijsen; R.M. van der Zee (ADC ArcheoProjecten); ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2017
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact M.G. Nieuwenhuijsen (ADC ArcheoProjecten)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 9986; 9477; 1021; 6677; 2285759
Version 1.0
Discipline Humanities