Op de onderzoekslocaties zijn putten gegraven voor het plaatsen van afvalcontainers. In de put ten zijn dempingslagen van het 17e eeuwse Zuiderdiep aangetroffen, dat aan het eind van de 19e eeuw is gedempt. In WP5, die ten noorden van de kademuur lag, is een kadeanker gevonden dat op basis van dendrochronologisch onderzoek vermoedelijk uit het tweede kwart van de 17e eeuw dateert. Dit kadeanker dateert uit de aanlegfase van het Zuiderdiep. In drie werkputten (WP2, WP3 en WP4) is de noordelijke kademuur van het Zuiderdiep aangetroffen. De kademuur steunde op een houten draagconstructie. Deze kademuur is op basis van de datering van het vondstmateriaal, de baksteenmaten en de dendrochronologische datering in het tweede kwart van de 18e eeuw aangelegd. Het vondstmateriaal bestaat uit gebruiksaardewerk, bouwmateriaal, steeltjes van kleipijpen, glas, dierlijk bot en natuursteen. De oudste aardewerkvondsten dateren uit de late 15e of 16e eeuw; de jongste vondsten zijn 19e-eeuws.