In opdracht van gemeente Noordoostpolder heeft Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van boringen uitgevoerd in het plangebied ‘Luttelgeest-zuid’, gemeente Noordoostpolder.n verband met het ontwikkelen van het terrein als woonwijk zijn voor dit onderzoek de volgende doelen geformuleerd: 1 Bestuderen van de bodemopbouw van het terrein door middel van boringenen het vaststellen van archeologisch interessante lagen in deze bodemopbouw;2 De intactheid van de top van de pleistocene zandafzettingen vaststellen.Conclusie en aanbeveling:De bodemopbouw kan als volgt worden ge¨ınterpreteerd: het zeer fijne zand inde ondergrond betreft pleistoceen dekzand, waarop zich een veenpakket heeft gevormd, dat nu volledig veraard is, en nog ongeveer 5–20 cm dik is. Het ontbreken van deze veenlaag in verschillende boringen en de constatering dat in de top van het pleistocene dekzand regelmatig veenresten worden aangetroffen en geen A1- of E-horizonten van een oude bodem zijn aangetroffen, leidt tot de conclusie dat deze laag niet meer intact is. Deze verstoring is van natuurlijke aard. Ook de bovenkant van het veenpakket is sterk verstoord.Naar aanleiding van de verwachting dat zich in twee niveaus, de top van het dekzand en de top van het veenpakket, potentieele menselijke activiteiten kunnen hebben afgespeeld, kan geconcludeerd worden dat beide niveaus in dit deel van het onderzoeksterrein sterk zijn verstoord. De verwachting dat daar nog min of meer in situ archeologische resten dan wel sporen zijn aan te treffen, is vrijwel uit te sluiten.De conclusie geeft aan dat de voor archeologie potentieel interessante horizonten te zeer zijn verstoord om nog aanwezigheid van archeologische resten te verwachten. Aanbevolen wordt dan ook het terrein vrij te geven voor verdere bouwaktiviteiten. Dit laat onverlet, dat eventueel bij bouwaktiviteiten toch aan te treffen archeologische resten alsnog bij de daartoe bevoegde instanties dienen te worden aangemeld.

Date: 2003