Geïnterviewde 11 is op 28 mei 1919 op Ternate (Noord-Molukken, Indonesië) geboren uit een Chinese vader en een Ternataanse moeder. Hij groeit op in Ambon (Midden-Molukken) waar zijn vader een eigen bedrijf heeft, o.a. een scheepswerf. Hij vertelt over zijn jeugd en over het familiehuis, waar hij echter niet woonde. Als 12-jarige wordt hij naar Surabaya (Java) gestuurd om de lagere school af te maken en vervolgens naar Batavia/Jakarta en Bandung (Java) voor zijn vervolgopleiding (o.a. werktuigbouw). Met zijn broer woonde hij bij verschillende ooms en tantes. In Bandung ging hij ‘op kamers’. Er was maar weinig contact met zijn ouders.Tijdens de Japanse invasie meldde hij zich voor de Stadswacht, werd geïnterneerd en na drie weken vrijgelaten. De hogescholen sloten. Om zijn kostgeld te kunnen betalen, zocht hij allerlei mogelijkheden om aan geld te komen, o.a. door in- en verkoop van handelswaar. Hij zegt: ‘De bezettingstijd was voor ons een hele prettige tijd. Je had geen controle van ouderen. Je voelde je vrij’. Zijn broer was gaan werken bij een fabriek omdat de eigenaar hem gevraagd had een oogje in het zeil te houden toen de Japanners de fabriek overnamen. Geïnterviewde gaat daar ook werken. Zo had hij dagelijks met Japanners te maken. Zijn broer nam veel Indische jongens in dienst die daardoor buiten het kamp konden blijven. Agressie maakte hij mee tijdens een ondervraging door de Kenpeitai toen zijn identiteitspas was ingenomen en bij een gevecht op het politiebureau.In 1946 gaat hij naar Nederland, trekt in bij een oom in Den Haag, pakt zijn studie weer op en ontmoet zijn vrouw. Financieel hadden ze het ruim omdat hij aanvankelijk geld van zijn vader toegestuurd kreeg. Toen die dat niet meer kon opbrengen, vond hij werk bij een ingenieursbedrijf.Attachments:Foto FF11279: houtzagerij, AmbonFoto FF11292: familiehuis, Ambon
Date Submitted: 2010-05-31