Getuigen Verhalen, Reis van de Razzia, interview met Jan Beuzenberg

DOI

JAN BEUZENBERG (NL) Op de ochtend van de razzia verscheen de bakkersknecht van Jans vader niet op zijn werk. Later werd duidelijk wat er aan de hand was: de razzia vond plaats. Jan werd met de buren naar een spoorwegemplacement gebracht waar de groep in veewagons werd geladen. Na vijf dagen kwamen ze in Duitsland bij een 'Lager' (kamp) met daarin ook Polen. De volgende ochtend waren alle bewakers weg. Niemand wist iets.Bij het station van Münster kreeg de groep soep te eten. Een opzichter zocht een aantal mensen uit voor werk in een lager ten zuiden van Münster. Hier heeft Jan de rest van de tijd doorgebracht, aanvankelijk redelijk gevoed en met rantsoenkaarten. Er was nauwelijks bewaking, maar ontsnappen was voor de 17-jarige Jan geen optie. Hij werkte aan het onderhoud van de spoorbaan.Later werd het werk lastig en levensgevaarlijk door groepjes aanvallende Engelse jachtvliegtuigen. Ze werden bijna dagelijks beschoten. Verder speelde de verveling erg op, er was 's avonds niets te doen en Jan werd moedeloos en stompte af. Hij ging daarom met een vriend schooien bij de boeren voor eten. Dat leidde tot een arrestatie door de politie die compassie toonde en het stel naar het kamp terugbracht.Als er gevaar dreigde door aanvallen van de geallieerden, mocht Jan schuilen bij de plaatselijke seinwacher. Meestal was er niets aan de hand maar op een zekere dag ging de seinwachter poolshoogte nemen en hij stuitte op wat Amerikaanse stoottroepen bleken te zijn. Jan was sprakeloos en wist niet wat te doen. Na direct contact met de Amerikanen werd Jan optimistischer en kreeg weer hoop.Thuisgekomen constateerde hij dat hij ouder was geworden, dat hij het toch goed gedaan had en daar sterker door was geworden. Hij heeft er veel aan gehad en het heeft daardoor zijn diensttijd makkelijker gemaakt. Hij heeft in Rotterdam niet over de razzia kunnen praten. Niemand wilde de verhalen horen, ook niet over zijn diensttijd in Indonesië. De reactie van buitenstaanders was vaak: “Dan had je niet moeten gaan”.

Inhoud bestand _foto:-­ scan persoonsbewijs geïnterviewde, enkel buitenkant met foto-­ briefje dat iemand voor hem vanuit Zwolle aan zijn ouders zond d.d 14 november 1944-­ briefje van man die uit de lager terug naar huis mocht om daar te vertellen hoe het met hun zonen ging. Kwam terug met spullen voor Beuzenberg. Kreeg er w.s. een kerstkrans voor in retour van de bakkersfamilie, bedankte daarvoor in het briefje aan ouders van geïnterviewde.-­ Briefje van ouders om te zorgen dat hij eerder naar huis kon komen op papier van Ondervakgroep Broodbakkerij voor het gewest Rotterdam dd 30 mei 1945.

SAMENVATTING ONDERWERP. Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daarop volgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden.De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits Nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’.Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk".

JAN BEUZENBERG (EN) On the morning of the raid, Jan's father's baker's assistant did not show up for work. Later it became clear what was going on: the raid was taking place. Jan and his neighbours were taken to a railway yard where the group was loaded into cattle wagons. After five days they arrived in Germany at a 'Lager' (camp) that also contained Poles. The next morning all the guards were gone. Nobody knew anything.At the Münster station the group was given soup to eat. A supervisor selected a number of people to work in a camp south of Münster. Jan spent the rest of his time there, initially reasonably well fed and with ration cards. There was hardly any security, but escape was not an option for 17-year-old Jan. He worked on the maintenance of the railway.Later the work became difficult and extremely dangerous due to groups of attacking English fighter planes. They were shot at almost daily. Furthermore, boredom played a big part, there was nothing to do in the evenings and Jan became despondent and dull. So he went begging with a friend from the farmers for food. That led to an arrest by the police who showed compassion and brought the couple back to the camp.When there was danger due to attacks by the Allies, Jan was allowed to take shelter with the local signalman. Usually there was nothing wrong but one day the signalman went to investigate and he came across what turned out to be American shock troops. Jan was speechless and did not know what to do. After direct contact with the Americans, Jan became more optimistic and regained hope.When he got home he noticed that he had grown older, that he had done well and had become stronger because of it. He had benefited a lot from it and it made his military service easier. He was not able to talk about the raid in Rotterdam. Nobody wanted to hear the stories, not even about his military service in Indonesia. The reaction of outsiders was often: "Then you shouldn't have gone".

Contents of file _photo:- scan of interviewee's identity card, only the outside with photo- note that someone sent to his parents from Zwolle on his behalf, dated 14 November 1944- note from a man who was allowed to return home from primary school to tell them how their sons were doing. Came back with things for Beuzenberg. Probably got a Christmas wreath in return from the baker's family, thanked them for that in the note to the interviewee's parents.- Note from parents to ensure that he could come home earlier on paper from the Subdepartment of Bakery for the Rotterdam region, dated 30 May 1945.

SUMMARY OF THE SUBJECT. On the evening of 9 November 1944, a cordon was placed around Rotterdam and Schiedam by the German army. All important bridges and strategic points were closed off, trams were no longer running and telephone traffic was blocked. On the following two days, more than 52,000 Rotterdammers and Schiedammers between the ages of seventeen and forty were arrested and taken to Germany to perform forced labour there, often in appalling conditions. The Rotterdam Raid was one of the largest manhunts that the German National Socialist regime ever conducted. The resistance newspaper Vrij Nederland reacted with shock, writing on 14 December 1944: ‘Fifty thousand Dutch men let themselves be led away like sheep and just as many women watch as their husbands and sons are led defenceless to Hitler’s slaughterhouse’. The project Journey of the Razzia is based on filmed testimonies of men who experienced the raid and the subsequent journey, to fill a gap in the historiography and to provide insight into the events based on the theme "Maneuverability of an individual in a society under pressure”.

JAN BEUZENBERG (DE) Am Morgen der Razzia erschien der Bäckergehilfe von Jans Vater nicht zur Arbeit. Später wurde klar, was los war: Die Razzia hatte stattgefunden. Jan und seine Nachbarn wurden zu einem Güterbahnhof gebracht, wo die Gruppe in Viehwaggons verladen wurde. Nach fünf Tagen kamen sie in Deutschland in einem Lager an, in dem auch Polen untergebracht waren. Am nächsten Morgen waren alle Wachen weg. Niemand wusste etwas.Am Bahnhof Münster bekam die Gruppe Suppe zu essen. Ein Vorgesetzter wählte eine Anzahl Menschen zur Arbeit in einem Lager südlich von Münster aus. Hier verbrachte Jan den Rest seiner Zeit, zunächst einigermaßen gut ernährt und mit Lebensmittelkarten. Es gab kaum Sicherheit, doch für den 17-jährigen Jan war Flucht keine Option. Er war an der Instandhaltung der Eisenbahn beteiligt.Später wurde die Arbeit durch angreifende Gruppen englischer Jagdflugzeuge schwierig und lebensgefährlich. Fast täglich wurde auf sie geschossen. Darüber hinaus spielte Langeweile eine große Rolle, es gab abends nichts zu tun und Jan wurde mutlos und lustlos. Also ging er mit einem Freund los, um bei den Bauern um Essen zu betteln. Dies führte zu einer Verhaftung durch die Polizei, die Mitleid zeigte und das Paar ins Lager zurückbrachte.Bei Gefahr durch alliierte Angriffe durfte Jan beim örtlichen Signalwärter Schutz suchen. Meistens war nichts schiefgegangen, doch eines Tages ging der Signalwärter nach und stieß auf jemanden, der sich als amerikanische Stoßtrupps entpuppte. Jan war sprachlos und wusste nicht, was er tun sollte. Nach dem direkten Kontakt mit den Amerikanern wurde Jan optimistischer und schöpfte neue Hoffnung.Als er nach Hause kam, merkte er, dass er älter geworden war, dass er es doch gut gemacht hatte und dass er dadurch stärker geworden war. Es hat ihm sehr geholfen und seinen Militärdienst erleichtert. Über die Razzia in Rotterdam konnte er nicht sprechen. Niemand wollte die Geschichten hören, nicht einmal die über seinen Militärdienst in Indonesien. Die Reaktion von Außenstehenden war oft: „Dann hättest du nicht gehen sollen.“

Inhalt der Datei _Foto:- Scan des Personalausweises des Befragten, nur die Außenseite mit Foto- Notiz, die jemand in seinem Namen aus Zwolle an seine Eltern geschickt hat, datiert 14. November 1944- Notiz eines Mannes, der aus dem Lager nach Hause zurückkehren durfte, um ihnen zu berichten, wie es ihren Söhnen ging. Kam mit Sachen für Beuzenberg zurück. Wahrscheinlich habe ich es verstanden. einen Weihnachtskranz zur Rückkehr von der Bäckerfamilie, dafür dankte er in einer Notiz an die Eltern des Interviewten.- Notiz der Eltern mit der Bitte um eine frühere Heimkehr, schriftlich von der Unterabteilung Bäckerei für die Region Rotterdam, datiert 30. Mai 1945.

ZUSAMMENFASSUNG THEMA. Am Abend des 9. November 1944 errichtete die deutsche Armee eine Sperre um Rotterdam und Schiedam. Alle wichtigen Brücken und strategischen Punkte wurden abgesperrt, Straßenbahnen fuhren nicht mehr und der Telefonverkehr war unterbrochen. An den beiden folgenden Tagen wurden über 52.000 Einwohner Rotterdams und Schiedams im Alter zwischen 17 und 40 Jahren festgenommen und nach Deutschland verschleppt, um dort unter oft entsetzlichen Bedingungen Zwangsarbeit zu verrichten. Die Razzia in Rotterdam war eine der größten Menschenjagden, die das nationalsozialistische Regime in Deutschland jemals durchgeführt hat. Die Widerstandszeitung Vrij Nederland reagierte schockiert und schrieb am 14. Dezember 1944: „Fünfzigtausend Niederländer ließen sich wie Schafe abführen und ebenso viele Frauen mussten zusehen, wie ihre Männer und Söhne wehrlos zu Hitlers Schlachthaus geführt wurden.“. Das Projekt „Journey of the Razzia“ basiert auf gefilmten Zeugenaussagen von Männern, die die Razzia und die anschließende Reise miterlebt haben, um eine Lücke in der Geschichtsschreibung zu schließen und unter dem Thema „Der Handlungsspielraum eines Individuums in einer Gesellschaft unter Druck“ Einblicke in die Ereignisse zu geben.

Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daaropvolgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden. De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’.Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk".De getuigenissen in Reis van de Razzia zijn gedaan door mannen die nu gemiddeld 87 jaar oud zijn en indertijd, eind 1944, tussen de 17 en 21 jaar oud waren. In de getuigenissen van deze jongens valt te horen wat hun overkomen is tijdens de oorlogsjaren en wat hun handelingsruimte was ten tijde van de razzia. Maar ook hoe de ervaring van de reis van de razzia, naar Duitsland en Oost-Nederland, hun verzelfstandiging in de hand heeft gewerkt.Na de bevrijding pakten de jongens de draad weer op, in een groot aantal gevallen nog onderbroken door de politionele acties in Indonesië. Maar uiteindelijk kregen ze een eigen leven, een eigen gezin, in een Nederland dat volop in het teken stond van de wederopbouw.Het project bestaat uit 76 interviews. Ieder interview is beschikbaar als afzonderlijke dataset met een eigen Persistent Identifier. Iedere dataset is als volgt opgebouwd: Bestand .docx-bestand is de transcriptie in Word. Bestand _3, indien aanwezig, bevat een beschrijving van de route die geïnterviewde heeft afgelegd.* Soms heeft de geïnterviewde aanvullende informatie, zoals foto's of een (eerder geschreven) verslag, beschikbaar gesteld. Deze informatie is dan opgenomen als _data en/of _fotobestand in de desbetreffende dataset. De inhoud wordt beschreven in het opmerkingenveld van de dataset.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zq3-bkb7
Metadata Access https://ssh.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zq3-bkb7
Provenance
Creator E. J. de Jager
Publisher DANS Data Station Social Sciences and Humanities
Contributor NIOD; E. J. de Jager MA; Erik J. de Jager MA; T. Broere (Transcriber for Stichting Reis van de Razzia); S. Coppens (Researcher for Erik J de Jager Documentary Films); A. Oosthoek (Historical Advisor for Stichting Reis van de Razzia); E. Hafkamp (Production Consultant for Erik J de Jager Documentary Films); Funding Agency: Dr. Hendrik Muller's Vaderlandsch Fonds; Funding Agency: Van Ommeren-de Voogt Stichting; Funding Agency: Stichting Swart van Essen; Funding Agency: van Capellen Stichting; Funding Agency: vFonds; Funding Agency: Nationale Postcode Loterij; Funding Agency: Prins Bernard Cultuurfonds Zuid-Holland; Funding Agency: DeltaPORT Donatie Fonds
Publication Year 2014
Funding Reference See Contributors
Rights CC-BY-NC-SA-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/4.0
OpenAccess true
Contact NIOD (NIOD Institute for War, Holocaust and Genocide Studies); E. J. de Jager MA (Erik J. de Jager Documentary Films & Projects)
Representation
Resource Type video 2K, PDF, DOCX, vtt; Dataset
Format application/zip; application/pdf; text/vtt; application/msword; video/mp4; application/octet-stream
Size 42025; 114041; 69333; 84480; 62823; 7723528; 147100963; 65101; 140743
Version 3.0
Discipline Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture; Agriculture, Forestry, Horticulture, Aquaculture and Veterinary Medicine; History; Humanities; Life Sciences; Social Sciences; Social and Behavioural Sciences; Soil Sciences
Spatial Coverage Rotterdam