Meijert Boon (75) beleefde als scholier de oorlog. Hij vertelt op mooie wijze hoe Texel ongeschonden en zonder armoede of voedseltekorten de oorlog doorstond. Hij geeft een kleurrijk beeld van het leven op Texel als kind. Er werden illegaal dieren gehouden en geslacht, en veel voedsel werd ingeweckt. Bij hem in huis zit een Amsterdammertje, een kind dat naar Texel werd gebracht vanuit Amsterdam om de hongerwinter te overleven. Dan begint de opstand van de Georgiers. Al snel komt het noorden van Texel, waar Meijert woont, in het vuur van de strijd te liggen. Hij beschrijft de bombardementen in de Cocksdorp en de felle strijd die zich ook rond zijn huis afspeelt. Later vlucht het gezin Boon naar een zuidelijker gelegen boerderij. Na twee dagen kunnen ze weer terugkeren, maar moeten wel een schuilhut bij hun huis bouwen van strobalen. Meijert hoort op 4 mei op de radio over de bevrijding. Op Texel gaat de strijd dan nog langer door. Later begrijpt hij niet waarom Texelaars de Georgiers hoog hebben zitten. De enige nare ervaringen in de oorlog die hij meemaakte komen voort uit de Georgische opstand.