Het veldonderzoek heeft de resten van een nederzetting uit de ijzertijd aan het licht gebracht. Deze resten waren ook al in voorafgaande onderzoeken aangetroffen, maar kunnen aan de hand van de huidige gegevens nader gespecificeerd worden.Het gaat om bewoningsresten op oeverwalafzettingen langs een depressie die de loop van een oude restgeul volgt. Deze restgeul loopt met een NO-ZW oriëntatie door het onderzoeksgebied. Deze geul heeft zijn oorsprong in het midden-neolithicum vormde destijds een zuidelijke loop van de Schoonrewoerdse stroomgordel. Gedurende de midden- en late bronstijd is deze geul gereactiveerd en stond toen waarschijnlijk in verband met het jongere Hennisdijkse systeem.De restgeul was gedurende de ijzertijd nog als een mogelijk watervoerende depressie in het landschap zichtbaar en vormde de natuurlijke grens van de nederzetting met een zuidelijker gelegen natter komgebied. Deze laagte heeft als afvalzone gediend en is dan ook rijk aan prehistorisch aardewerk en dierlijk botmateriaal. Een opvallende vondst is een aantal in-situ gelegen houten palen, die de fundering van een nog onbepaalde constructie in of over deze laagte vormde. Het kan hierbij gaan om een kleine brug of met houten palen gefundeerd pad of vlonder.Ten noorden van de restgeul liggen alleen in het centrale deel van het onderzoeksgebied ijzertijdsporen. In het oosten en westen houdt de nederzetting op.
Date: 15/07/2013 (veldwerk)