Archeologische Inventarisatie oostelijke ontsluitingsweg Rijen

DOI

In opdracht van Royal Haskoning is een archeologische inventarisatie uitgevoerd in het tracé van de oostelijke ontsluitingsweg in de gemeente Rijen. De inventarisatie behelst een bureauonderzoek, een controlerend booronderzoek en verkennend booronderzoek met inbegrip van een niet systematische veldverkenning. De archeologische inventarisatie toont aan dat er een geringe kans is op archeologische vindplaatsen in het tracé: er zijn geen bekende vindplaatsen en ook tijdens de prospectie zijn er geen aanwijzingen voor archeologische vindplaatsen gevonden.Op basis van de onderzoeksresultaten is een archeologische aanbeveling opgesteld voor het volledige tracé, waarin drie zones zijn te onderscheiden. Deze aanbevelingen zijn weergegeven op afbeelding 2. De westelijke zone betreft een goed ontwikkeld esdek (1). De archeologische verwachting voor dit deel van het tracé is dan ook hoog. De huidige prospectiemethoden met behulp van grondboringen zijn echter niet toereikend om archeologische vindplaatsen met zekerheid uit te sluiten. Ter hoogte van de zuidelijke afbuiging van de weg is een zone met dunne bodems waarvan het moedermateriaal op geringe diepte beneden maaiveld aanwezig is (2). De verwachting voor dit deel van het tracé is zeer laag. In het meest zuidelijke deel van het tracé is een esdek op veenrijke bodems in een voormalig beekdal (3). De kans dat in deze zone bewoningssporen uit de late prehistorie en protohistorie (ca 2000 v. Chr. – 1500 n. Chr.) aanwezig zijn is klein. In beekdalen zijn echter sporen van vroeg prehistorische kampementjes te verwachten, alsmede vondsten die samenhangen met rituele handelingen uit alle tijden.Gezien het ontbreken van vondstmeldingen in de nabije omgeving, straal ca. 1 km, is de kans op het aantreffen van bewoningssporen e.d. in het tracé van de ontsluitingsweg gering. Dit wordt bevestigd door het verkennend booronderzoek en oppervlakteverkenningen, aangezien aanwijzingen voor archeologische vindplaatsen ontbreken in dit onderzoek. Hierbij dient de aantekening te worden gemaakt dat twee percelen niet zijn verkend vanwege de begroeiing met maïs en graan. Aangezien beide essen gemiddeld 0,7 m dik zijn, is het raadzaam het wegcunet niet dieper wordt uitgegraven dan 0,5 m onder het maaiveld zodat de ongestoorde bodem wordt ontzien. Het voordeel daarvan is dat het daarin verscholen en onopgemerkte archeologisch erfgoed onbedreigd blijft. Voor het gehele tracé wordt niettemin geadviseerd om het wegcunet na uitgraven archeologisch te verkennen zodat mogelijk archeologische waarnemingen gemeld kunnen worden in het landelijke archeologisch informatiesysteem ARCHIS waardoor in de toekomst meer robuuste archeologische verwachtingen voor deze omgeving zijn te formuleren.

Vestigia V82

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-2zk-78fz
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-2zk-78fz
Provenance
Creator C.W. Koot; R. Schrijvers
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor b.u.l.k. archeologie, import; Vestigia B.V.
Publication Year 2015
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact b.u.l.k. archeologie, import (DANS)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 7016; 7329; 894; 3654; 1272137
Version 1.0
Discipline Humanities