Op basis van het archeologisch bureauonderzoek, is een archeologisch verwachtingsmodel voor het plangebied opgesteld. Dit archeologisch verwachtingsmodel is getoetst door middel van 13 verkennende boringen. Op basis van de resultaten verkregen uit dit verkennende booronderzoek kon het archeologisch verwachtingsmodel worden aangepast: • Voor het Midden – Paleolithicum en het Mesolithicum geldt een middelhoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden. Deze waarden kunnen worden aangetroffen in (en in de top van) het Laagpakket van Wierden. De top van dit Laagpakket is in de boringen vastgesteld vanaf 2,80 meter beneden maaiveld (2,07 meter –NAP), ter hoogte van de dekzandkop , en 3,50 meter beneden maaiveld (2,79 meter –NAP) ten noorden van deze dekzandkop. • Voor het Neolithicum geldt een lage verwachting. Vindplaatsen uit deze periode kunnen worden aangetroffen aan de onderzijde van het Hollandveen Laagpakket en in de top van de dekzandkop. De top van de dekzandkop is vastgesteld op een diepte vanaf 2,80 meter beneden maaiveld (2,07 meter –NAP).• Aan de onderzijde van het Hollandveen Laagpakket kunnen ook archeologische waarden uit de Bronstijd worden aangetroffen. De kans op het aantreffen hiervan wordt laag geschat voor het plangebied.• Voor de top van het Hollandveen geldt een hoge verwachting op het aantreffen van vindplaatsen uit de IJzertijd en Romeinse tijd. Een uitzondering hierop vormen twee locaties waar het veen is geërodeerd. De top van het Hollandveen Laagpakket is vastgesteld vanaf een diepte van 1,80 meter beneden maaiveld (1,07 meter –NAP).• Voor de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd geldt een lage verwachting. Een uitzondering vormt de periode tussen het einde van de 15e eeuw en het begin van de 17e eeuw. Voor deze periode geldt geen verwachting. Archeologische waarden uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd kunnen worden aangetroffen in (de top) van het Laagpakket van Walcheren. De onverstoorde top is onder de bouwvoor gesitueerd.