Antea Group heeft in september 2021 een inventariserend
veldonderzoek d.m.v. boringen (verkennende fase) uitgevoerd naar aanleiding van de
voorgenomen uitbreiding van bedrijfsprocessen aan de Lagendijk 5 te Koog aan de Zaan
(gemeente Zaanstad). Op deze locatie zal een uitbreiding van het bestaande fabriekspand
plaatsvinden (waterzuiveringsinstallatie). Het veldonderzoek volgt op een bureauonderzoek dat
Antea Group in 2020 heeft opgesteld.
Conclusies bureauonderzoek.
Het plangebied (gebouw waterzuiveringsinstallatie) ligt ten westen van de wegsloot van de
Zaandijk (hier genaamd Lagendijk) ter hoogte van de bewoningskern Koog aan de Zaan. Deze
bewoningskern verdichtte door de groei van vroeg-industriële activiteit, dat zelf vooral een plaats
had in de zone tussen de dijk en de Zaan in. Aan de ‘landzijde’van de dijk stonden hier geen
pakhuizen of molens, maar was lintbewoning aanwezig en hier hadden ook kleine neringdoenden
hun werkplaats. In de oostelijke rand van het plangebied (gelegen in de huidige grasstrook) zijn
de funderingsresten van de achtergevels van dergelijke woningen te verwachten. Ten westen van
deze achtergevels zijn mogelijk resten van tuingrond aanwezig (met mogelijke afvaldumps).
Uit de beschrijving van de lithologie en de bijmenging tijdens het verkennend bodem- en
asbestonderzoek (milieukundig bodemonderzoek) blijkt dat er tot minimaal 0,5 m –mv sprake is
van recent ophoogzand met daaronder mogelijk gebiedseigen grond en/of historische
antropogene grond. Ook blijkt dat op het verharde deel van het plangebied (zuidwesthoek)
omvangrijke betonfunderingen aanwezig zijn en dat de kans op intacte archeologische resten
daar dan ook vrij klein is. Voor de oostelijke grasstrook ligt dat anders: daar kunnen zich onder de
recente ophogingslagen nog intacte archeologische resten bevinden.
Op grond van bovenstaande verslaglegging van het bureauonderzoek en de bevindingen hieruit
wordt ingeschat dat het voorgenomen werk ter plaatse van de huidige verharding geen (nieuwe)
schade zal toebrengen aan eventuele archeologische resten in de bodem, maar dat ter plaatse
van de grasstrook nog wel archeologische resten aanwezig kunnen zijn (mogelijk al vanaf 0,5 m-
mv).
Antea Group heeft in het bureauonderzoek geadviseerd tot het uitvoeren van een verkennend
archeologisch booronderzoek (conform BRL4000 protocol 4003) op het niet verharde deel van
het plangebied (gras en bosschagestrook aan de noord- en oostrand van het plangebied). Het
verkennend booronderzoek bestaat uit minimaal zes boringen en de belangrijkste vraag bij dat
onderzoek is vaststellen wat de verstoringsgraad en verstoringsdiepte is en of zich onder de
verstoorde en opgebrachte lagen dan wel binnen de voorgenomen verstoringsdiepte (op basis
van het dan voorgenomen bouwplan) nog intacte archeologische resten kunnen bevinden.
Naar aanleiding van dit bureauonderzoek heeft de gemeentelijk archeoloog, dhr. P. Kleij, een
Programma van Eisen (PVE) opgesteld met hierin verwerkt een boorplan en de
randvoorwaarden voor het uitvoeren van een booronderzoek.
Conclusies veldonderzoek.
Naar aanleiding van de resultaten van het booronderzoek kan worden geconcludeerd dat de bodem
binnen het plangebied overal tot een diepte van circa 1 m -mv (of 1,5 m -NAP) bestaat uit
opgebrachte en/of omgewerkte grond. Hieronder zijn de natuurlijke afzettingen aangetroffen,
met in de (venig)kleiige toplaag sporadisch enkele archeologische indicatoren uit de periode
nieuwe tijd B. De aangetroffen archeologische indicatoren zijn aangetroffen in het restant van de
(plaatselijk verstoorde) onderkant van het archeologische niveau.
De ontgravingen zullen het niveau met het restant van de vondsthoudende laag niet raken: het
niveau bevindt zich op circa 1 m -mv of 1,5 m -NAP, terwijl de voorgenomen
graafwerkzaamheden voor de fundering tot 0,5 m-mv beperkt blijven. Op grotere diepte zullen
de funderingswerkzaamheden bestaan uit heipalen, waarbij de verwachte mate van verstoring
van het (restant) historische loopvlak gering zal zijn. Vanwege de afwezigheid van een
behoudenswaardige vindplaats binnen het te ontgraven gebied, adviseert Antea Group om het
plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling.
Revisiebeheer.
De huidige revisie is de eerste versie van dit rapport en zal aan de opdrachtgever worden
voorgelegd en dient vervolgens ter beoordeling te worden voorgelegd aan de bevoegde
overheid, in deze de gemeentelijke archeoloog, dhr. P. Kleij.
Het is onbekend of de rapportage is voorgelegd aan en beoordeeld
door de bevoegde overheid.
Antea Group Archeologie 2021/200
Projectnummer: 463077