In opdracht van Wetering heeft BAAC een opgraving (extensieve archeologische
begeleiding) uitgevoerd in plangebied Casterenshoeve te Hedel, gemeente
Maasdriel. De aanleiding voor het onderzoek is het ontgraven van keramische
klei. Door het verwijderen van de klei tot op het niveau van het holocene
rivierzand worden mogelijke archeologische vindplaatsen in de kleilaag of in de
top van de zandlaag verstoord.
Voor het plangebied gold eerder een lage archeologische verwachting en er was
geen vooronderzoek uitgevoerd. In het kader van het schrijven van het Programma
van Eisen voor de opgraving (archeologische begeleiding) is daarom een
beperkt bureauonderzoek uitgevoerd. Het plangebied heeft in dit Programma
van Eisen een hoge verwachting gekregen voor het aantreffen van resten uit
de midden-Romeinse tijd tot en met de nieuwe tijd. Veel vondsten in en nabij
de huidige Maasgeul aan de zuidkant van het kleiwinningsgebied dateren van
daarvoor, maar moeten als gevolg van erosie stroomafwaarts verplaatst zijn.
Uit het veldonderzoek is gebleken dat het plangebied deel uit maakt van de
binnenbocht van de Maas waar een kronkelwaard is ontstaan. De rivier de
Maas is vanaf 290 na Chr. actief geworden in het plangebied en heeft zich door
het plangebied heen langzamerhand in zuidwestelijk richting verplaatst. Het
plangebied was derhalve lange tijd deel van een actieve rivier en de oeverwal
bevond zich waarschijnlijk direct ten noorden van het plangebied, gezien de
twee AMK-terreinen uit de Romeinse tijd en de middeleeuwen. In de laat-
Romeinse tijd – vroege middeleeuwen waren de kronkelwaardafzettingen
in het noorden van het plangebied niet bewoonbaar. In de middeleeuwen is
een dijk aangelegd, maar niet direct langs de rivier waardoor grote delen van
het plangebied nog steeds buitendijks lagen en regelmatig overstroomden.
Archeologische niveaus zijn om die reden niet aangetroffen. Het plangebied was
vanwege de diverse overstromingen niet geschikt voor bewoning.
Tijdens de extensieve archeologische begeleiding zijn geen archeologische
resten aangetroffen en op basis van de landschappelijk gegevens verkregen
uit het veldwerk blijkt dat het plangebied niet geschikt was voor bewoning.
Om die reden kan voor het hele plangebied de verwachting naar laag worden
bijgesteld en het advies van BAAC is om het plangebied vrij te geven. Indien in
de toekomst in het plangebied nog graafwerkzaamheden worden uitgevoerd, is
het advies om geen archeologische begeleiding meer uit te voeren.
Adobe acrobat document, Adobe Acrobat 9.0