SamenvattingTransect heeft in november – februari 2011 een archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid en kwaliteit van archeologische waarden op een perceel aan de Lexmondsestraatweg te Vianen. Aanleiding voor het onderzoek is de geplande plaatsing van een zendmast door KPN. Het plangebied heeft een omvang van circa 100 m2. Als gevolg van de voorgenomen activiteiten wordt de bodem, tot mogelijk in archeologisch relevante bodemlagen, geroerd. Conform het gemeentelijk beleid moet voor bodemingrepen groter dan 100 m2 en dieper dan 30 cm onder maaiveld een archeologisch vooronderzoek worden uitgevoerd.Om de archeologische waarde van het plangebied te kunnen bepalen is gekozen voor een gecombineerd onderzoek, bestaande uit een archeologisch Bureauonderzoek (BO) en een Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase (IVO-O). Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd in de vorm van een booronderzoek (IVO-O). Het doel van het archeologisch bureauonderzoek is het specificeren van de archeologische verwachting. Het doel van het inventariserend veldonderzoek is het toetsen en waar mogelijk aanvullen van de gespecificeerde archeologische verwachting, door middel van veldwaarnemingen. Op basis van de onderzoeksresultaten kan het bevoegd gezag een beslissing nemen in het kader van de vergunningverlening. Uit het archeologisch bureauonderzoek blijkt dat het plangebied een (middel-)hoge archeologische verwachting heeft voor wat betreft archeologische waarden uit de Romeinse tijd (12 voor Chr. – 450 na Chr.) tot en met de Middeleeuwen (450 – 1500 na Chr.). Archeologische waarden uit deze periode zijn in het onderzoeksgebied relatief zeldzaam. Eventueel in het plangebied aanwezige archeologische resten zijn te verwachten vanaf maaiveld en zijn dus gevoelig voor bodemingrepen. De maximale diepte waarop archeologische waarden worden verwacht is circa 1,5 m –mv. Uit het booronderzoek blijkt dat in het plangebied, op een diepte vanaf 120 cm –mv, een zandpakket ligt. Hierop ligt een kleipakket, dat wordt afgedekt door een circa 30 cm dikke bouwvoor. Het zandpakket wordt hier vanwege de matig grove tot zeer grove korrelgrootte en slechte sortering als beddingzand geïnterpreteerd. Hierop ligt een pakket dat uit komklei en wellicht ook overslaggronden bestaat. In boring 3 is de bodem tot 170 cm –mv verstoord. De komklei en overslaggronden kunnen afkomstig zijn van de Lek (Krimpen-riviersysteem). Gezien het ontbreken van oeverafzettingen en kronkelwaardafzettingen in de boringen, wordt de kans op archeologische waarden in het plangebied als klein tot nihil beschouwd. Daarom wordt op basis van het bureauonderzoek en verkennend booronderzoek geadviseerd om geen archeologisch vervolgonderzoek of behoudsmaatregelen te treffen.Het onderzoek is zo zorgvuldig mogelijk en conform de hiervoor geldende eisen uitgevoerd. Omdat het uitgevoerde onderzoek een steekproef betreft, kan niet zondermeer worden uitgesloten dat bij bodemwerkzaamheden, archeologische resten worden aangetroffen. De kans hierop is echter klein. Mochten er bij bodemwerkzaamheden toch archeologische resten worden aangetroffen, dienen deze conform de hiervoor geldende wettelijke eisen te worden gemeld. Om praktische redenen wordt geadviseerd om de melding bij de gemeente te doen.