Laagland Archeologie heeft in oktober 2021 een Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Raadhuisstraat 96-98 te Heemstede. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de herontwikkeling van het terrein door middel van nieuwbouw. Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocol SIKB KNA 4003. Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd. Op basis van het voorgaande bureauonderzoek is er landschappelijk gezien een verwachting vanaf het Midden-Neolithicum toen hogere strandwallen met lage duinen en laaggelegen strandvlakten zonder duinen ontstonden tot Midden-Bronstijd toen de strandvlakte waarop het plangebied op gelegen is werd overgroeid met veen. De archeologische verwachting voor de periode Midden-Neolithicum tot Midden-Bronstijd is matig. Eventuele vindplaatsen uit deze periode zijn dan wel goed geconserveerd vanwege de hoge grondwaterstanden. De archeologische verwachting is laag voor de Vroege Middeleeuwen. Vanaf de Vroege Middeleeuwen (10e eeuw) toen de ontginningen van het veengebied tot stand kwamen vanaf de strandwallen is de archeologische verwachting hoog. Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen. Omdat gedurende het onderzoek al duidelijk werd dat er onder een opgebracht pakket en veenlaag een oude cultuurlaag met archeologische indicatoren aanwezig was, is verder afgezien van een karterend booronderzoek zoals geadviseerd in het bureauonderzoek. Op het achterterrein is een dikke A-horizont op strandvlakteafzettingen aangetroffen. Achter de voormalige bebouwing is een dikke A-horizont op strandvlakteafzettingen (Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort) aangetroffen. Onder de voormalige bebouwing is het terrein tot 200 cm -mv opgebouwd uit ophoogzand en een opgebrachte teeltlaag bovenin boring 3 en onderin boring 4. In boring 3 en 4 is onder een 20 cm dikke laag veraard veen een oude cultuurlaag aangetroffen uit het Midden-Neolithicum, toen de strandwal en strandvlakte ontstonden, tot Midden-Bronstijd, toen de strandvlakte overgroeid raakte met het Hollandveen. In de oude cultuurlaag zijn fragmenten van kookstenen gevonden. Om die reden is het zeer waarschijnlijk dat er zich een vindplaats ergens uit de periode het Midden-Neolithicum tot Midden-Bronstijd aanwezig is. Onder de dikke cultuurlaag op het achterterrein (boring 1 en 2) kunnen vindplaatsen uit het Midden-Neolithicum tot Midden-Bronstijd en vanaf de Vroege Middeleeuwen aanwezig zijn. Vanwege de bij de nieuwbouw voorgenomen onderkeldering tot maar liefst 3,80 m -mv worden archeologische resten bedreigd. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt nader archeologisch onderzoek geadviseerd conform protocol 4004 IVO (landbodems). Gelet op de te verwachten prospectiekenmerken en prospecteerbaarheid van een eventuele vindplaats wordt geadviseerd dit vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van proefsleuvenonderzoek – variant archeologische begeleiding, rekening houdend met een eventuele doorstart naar een definitieve opgraving. Om de aanleg van de onderkeldering mogelijk te maken worden namelijk damwanden geslagen. Voor de ontgraving en voor het gravend onderzoek de nodige brondrainage zijn damwanden onontbeerlijk. De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Heemstede, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, NMF Erfgoedadvies.
Date Submitted: 2022-01-31