In opdracht van Maatschap van Raaij heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (karterende fase) uitgevoerd in het plangebied Over de Voort 4-6 te Gassel.Uit het veldonderzoek blijkt dat in het plangebied ooivaaggronden voorkomen, die niet of nauwelijks zijn verstoord. Uit de boringen blijkt, zoals in het bureauonderzoek al was gesuggereerd, dat het plangebied deel uitmaakt van een laagte. In de laagte komt slecht gesorteerd, kleiig en sterk siltig zand voor, dat geïnterpreteerd is als Holocene rivierafzettingen van de Beerse Maas. Aan de randen van het dal zijn de afzettingen beter gesorteerd en minder siltig/ kleiig met dieper kleiige afzettingen. Deze afzettingen zijn geïnterpreteerd als verspoeld dek- en rivierzand met daaronder klei van de laag van Wijchen. Bij het onderzoek werden geen archeologische indicatoren aangetroffen, die wijzen op een archeologische vindplaats. Hoewel de aanwezigheid van archeologische waarden op basis van de resultaten van een karterend booronderzoek nooit geheel kan worden uitgesloten, is de kans op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats gezien het ontbreken van vondsten en de ligging in een laagte klein. Op basis van deze gegevens wordt derhalve de archeologische verwachting bijgesteld naar laag en wordt geen vervolgonderzoek aanbevolen.