Tussen 19 augustus en 25 oktober 2002 werd door Archaeological Research & Consultancy op het terrein van de voormalige bioscoop ‘Alhambra’ te Vlissingen, archeologisch onderzoek verricht. De aanleiding voor het onderzoek vormde de geplande bouw van een appartementencomplex met daaronder een parkeerkelder. Omdat het bodemarchief tot op het niveau van de vloer van deze parkeerkelder zou worden vernietigd, werd op advies van provinciaal archeoloog drs. R.M. van Dierendonck en in opdracht van Proverko Bouwgroep Goes, dit onderzoek uitgevoerd. Ing. M.H. Joosen, ing. G.D.G. van Driessche, E.G.G. de Poorter en J. van Ostaijen, allen werkzaam bij Proverko, verleenden hun volle medewerking, ook op momenten van conflicterende belangen. Bij dezen wil de auteur hen bedanken voor de prettige samenwerking. De kraanmachinisten Jan-Kees, Kees en Hans (in chronologische volgorde) leverden een zeer belangrijke bijdrage, namelijk het grondverzet. De heer A.C. Tramper, werkzaam bij het Gemeentearchief te Vlissingen en de heer J. de Ridder droegen kaartmateriaal aan van de locatie en zorgden voor de nodige discussie, wat de interpretatie van de sporen tijdens het veldwerk ten goede kwam.

Het archeologisch onderzoek heeft een schat aan informatie opgeleverd over het 17e- en 18-eeuwse Vlissingen. Hoewel de locatie in eerste instantie deed vermoeden dat een groot deel van het bodemarchief vernietigd zou zijn door eind 19e- en 20e-eeuwse bebouwing, bleek tijdens het veldwerk dat dit amper het geval was.