In opdracht van KuiperCompagnons heeft Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie een archeologisch bureauonderzoek verricht in het kader van een bestemmingsplanwijziging voor een plangebied in de gemeente Lansingerland. Houthandel Houtlijn, gevestigd aan de Kleihoogt 34 te Berkel en Rodenrijs is voornemens het bedrijf uit te breiden. Het plangebied voor het onderhavige archeologisch onderzoek beslaat een bouwvlak van ca. 1,8 ha (perceel 3635) waar een bedrijfsgebouw gerealiseerd gaat worden, en ten noorden daarvan een groenstrook van ca. 1,7 ha (perceel 5268) waar mogelijk bodemverstoringen gaan plaatsvinden ten behoeve van het graven van waterpartijen/sloten e.d. (afbeelding 2). De exacte aard, oppervlakte en aanlegdiepte van de ingrepen is momenteel nog onbekend. Het plangebied heeft een oppervlak van ca. 3,5 hectare en is momenteel in agrarisch gebruik. Voorafgaand aan de ontwikkelingen dient in kaart gebracht te worden of zich binnen het onderzoeksgebied behoudenswaardige archeologische resten (zouden kunnen) bevinden, die tegen de achtergrond van de bodemingrepen gevaar lopen. Het archeologisch bureauonderzoek had tot doel na te gaan of er reeds bekende archeologische waarden in de vorm van archeologische monumenten, waarnemingen of vondsten binnen het plangebied bekend zijn en om een gespecificeerde archeologische verwachting te bepalen. Binnen het plangebied bevinden zich geen bekende archeologische waarden. Op de gemeentelijke archeologische beleidskaart heeft het plangebied een middelhoge archeologische verwachting. De middelhoge verwachting houdt verband met de ligging van de geul- en dekafzettingen van de Gantel. Op de geulafzettingen van de Gantel zijn buiten de gemeente Lansingerland archeologische nederzettingsterreinen vanaf de Romeinse tijd waargenomen. De verwachting is echter dat deze geulafzettingen binnen deze gemeente (en derhalve binnen het plangebied) te nat zal zijn geweest voor menselijke bewoning gedurende de Romeinse tijd. Onder de dekafzettingen van de Gantel kan een getij-inversierug van liggen (Laagpakket van Wormer). Een dergelijke getij-inversierug kent eveneens een middelhoge archeologische verwachting, dit maal voor het aantreffen van archeologische sporen of vondsten uit het Mesolithicum tot en met het Neolithicum. De kreekrug kan vanaf ca. 1 m –mv worden aangetroffen. Vervolgens is een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd, dat tot doel had de specifieke archeologische verwachting te toetsen. Hiermee is bepaald of zich binnen het onderzoeksgebied (behoudenswaardige) archeologische resten (zouden kunnen) bevinden, die tegen de achtergrond van de bodemingrepen gevaar lopen. In het plangebied is de randzone van een geulafzetting van de Gantel aangeboord met daarbij de noordoostelijk gelegen oever- en vervolgens komafzettingen. In de diepere ondergrond is onder de oever- en komafzettingen Hollandveen aangeboord. Onder de geul van de Gantel is binnen 2,0 m –mv geen veen aangetroffen. Een tijdens het Mesolithicum gevormde kreekrug (getij-inversierug, Laagpakket van Wormer) is in onderhavig plangebied niet aangetroffen. De aangetroffen bodemopbouw tot 2,0 m -mv correspondeert met de kartering van de geulafzettingen van de Gantel Laag. In de diepere ondergrond zijn derhalve geen restanten van vroegere prehistorische kreeksystemen aangetroffen. Tijdens het veldonderzoek zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen.
Issued: 2016-06-14