Tijdens het archeologisch onderzoek voorafgaand aan de herinrichting van knooppunt 38 van de rijksweg A15 zijn vijf proefsleuven aangelegd met een totaal oppervlak van 500m2. Tijdens het onderzoek zijn verschillende sporen aangetroffen uit de nieuwe tijd. Het gaat om vijf sloten die deels herkenbaar zijn op de kadastrale kaart uit 1819. Deze kunnen deels als perceelsgrens worden geïnterpreteerd en deels als ontwateringssloot. Verder zijn twee kleine greppeltjes en tenminste één kuiltje aangetroffen. Deze sporen kunnen in de nieuwe tijd C worden gedateerd vanwege hun vulling en twee fragmenten industrieel wit aardewerk. De bodemopbouw is grotendeels conform het vooronderzoek, bestaande uit een 30 cm dikke bouwvoor, een ongeveer 30 cm dikke akkerlaag en verschillende kleilagen op pleistoceen beddingzand. In de drie noordelijke sleuven is in de verdiepte profielen een vegetatiehorizont herkend op ongeveer 1,3 m beneden maaiveld. De vegetatiehorizont is zwak ontwikkeld en bevat geen archeologische indicatoren. Vermoedelijk is de laklaag ontstaan onder natte moerasachtige omstandigheden en gaat het niet om een bewoningsniveau. Op basis van de resultaten van het archeologisch onderzoek adviseert BAAC bv het onderzoeksgebied vrij te stellen van archeologisch vervolgonderzoek, omdat geen behoudenswaardige vindplaats is aangetroffen.
Date: 2013-09