BureauonderzoekLandschappelijk gezien ligt het plangebied in de westelijke Liemers waar gedurende het Holoceen, specifiekvan het Subboreaal, voor lange tijd komklei is afgezet, dat wordt verwacht vanaf circa 1 meter benedenmaaiveld. Deze fluviatiele afzettingen hebben invloed gehad op de regio vanaf ongeveer het Neolithicum totLate Middeleeuwen. In die periode was dit gebied waarschijnlijk te nat voor langdurige bewoning. Binnendrogere periodes of locaties kan wellicht menselijke bewoning hebben plaatsgevonden, dan wordt ookbodemvorming verwacht. Na de bedijking, vanaf circa 1300, is het plangebied geschikt voor bewoning. Zekervanaf 1811-1832 was het plangebied in gebruik als bouwland. Het huidige pand (thans ruïne) stamt uit 1906.Archeologische verwachtingOp basis van de bodemkundige gegevens, vondstmeldingen en onderzoeken in vergelijkbare geologischecondities in de omgeving kan worden gesteld dat over het algemeen een lage verwachting geldt voor allearcheologische perioden tot de Nieuwe Tijd (zie de gespecificeerde verwachting in § 3.3).VeldonderzoekHet inventariserend veldonderzoek bestond uit een verkennend booronderzoek. De bodem binnen hetonderzochte deel van het plangebied bleek opgehoogd, bewerkt of verstoord tot een diepte van tussen de 60– 110 cm-mv. Daaronder bevindt zich de overwegend afgetopte of in de bouwvoor opgenomen zandigeoeverafzettingen, waarin een eventueel voorheen sporenniveau (deels) zal zijn verstoord. Daaronder (vanaf110 – 160 cm-mv) bevond zich de Holocene komklei waarin geen lak- of cultuurlagen zijn waargenomen. Ditbeeld komt grotendeels overeen met het eerder uitgevoerde, aangrenzende onderzoek uit 1998, waar op basisvan de bevindingen het terrein geheel is vrijgegeven voor nieuwbouw.De kans dat binnen het onderhavige plangebied bij de voorgenomen woningbouw (waaronder de aanleg vande funderingen en de bijbehorende infrastructuur) archeologische waarden worden aangetroffen ofonevenredig verstoord, lijkt op basis van onze bevindingen laag.
Date Submitted: 2023-11-06