Uit het bureauonderzoek is gebleken dat in het plangebied een hoge archeologische verwachting geldt voor resten vanaf het midden-paleolithicum tot in de nieuwe tijd. Op basis van vondsten in de omgeving wordt een verhoogde kans geacht op het aantreffen van resten van vroege landbouwers uit het neolithicum en later tot en met de vroege middeleeuwen. De ontginning van het gebied heeft op basis van historische bronnen plaatsgevonden in de 17e eeuw. Mogelijk dat resten van keuterboerderijen uit deze periode tot de eerste nauwkeurige kaarten in het begin van de 19e eeuw binnen het plangebied voorkomen. Uit de 2e helft van de nieuwe tijd worden geen resten verwacht. Archeologische resten worden verwacht direct onder de bouwvoor. Mogelijk zijn archeologische resten aangetast door ploegwerkzaamheden. Uit het verkennend booronderzoek is gebleken dat, als gevolg van de grondbewerking van de bodem, vondslagen zijn geroerd en opgenomen in de bouwvoor. Ook zullen ondiepe grondsporen verloren zijn gegaan. Eventueel aanwezige diepere grondsporen zoals: diepere greppels, waterputten, afvalkuilen, paalkuilen etc. kunnen nog onder de geroerde bodemlagen aanwezig zijn en waardevolle archeologische informatie bevatten. Resten van jagers – en verzamelaars, die normaliter meer aan de oppervlakte liggen, hoeven niet meer verwacht te worden. Omdat slechts de bouwvoor dient te worden verwijderd, zullen de voorziene graafwerkzaamheden niet tot in de C-horizont (zeer plaatselijk B- of BC-horizont) reiken. Eventuele archeologische waarden in de vorm van grondsporen zullen door de voorziene ingrepen niet verder worden aangetast