In opdracht van ARK natuurontwikkeling heeft RAAP van begin juli 2018 tot en met begin september 2018 een archeologisch proefsleuvenonderzoek-variant archeologische begeleiding uitgevoerd in het kader van het project ‘Natuurinrichting ARK-terreinen, Q-percelen’ in de gemeente Weert. Het doel van het proefsleuvenonderzoek was het vaststellen van de archeologische waarde van het terrein. Hiertoe was het noodzakelijk inzicht te krijgen in de precieze aard en omvang van de vindplaats. In het verlengde daarvan is in kaart gebracht wat de consequenties zijn van de onderzoeksresultaten voor de verdere planvorming in het plangebied. Is de archeologische vindplaats behoudenswaardig, en, zo ja, kan deze behouden blijven of dient deze te worden opgegraven? Gezien de fysieke kenmerken van het landschap (zowel droge als natte zones), de omvang van het plangebied en de aard van de civiele werkzaamheden was regulier archeologische onderzoek voorafgaand aan de geplande ontwikkeling niet mogelijk. Het archeologisch onderzoek is daarom gecombineerd met de civieltechnische werkzaamheden en uitgevoerd als een proefsleuvenonderzoekvariant archeologische begeleiding. Tijdens het onderzoek zijn de civiele graafwerkzaamheden archeologisch begeleid. In totaal is hierbij een oppervlakte van 16,14 ha onderzocht. Tijdens het onderzoek is een vindplaats aangetroffen. Het gaat hier om een stukje vuursteen uit het laat paleolithicum/mesolithicum dat in de onderste restanten van de bouwvoor is aangetroffen. In de directe omgeving is verder gezocht, maar niets meer gevonden. Doordat er geen gave bodemprofielen zijn aangetroffen, wordt er ook geen intacte vindplaats meer verwacht. De vindplaats kan als nietbehoudenswaardig worden aangemerkt. Omdat er geen verdere vindplaatsen meer worden verwacht, wordt er geadviseerd om het plangebied vrij te geven
Date: 2018-09-06