De geïnterviewde maakt deel uit van de ervaringsgemeenschap van kloosterzusters (de Tilburgse Zusters van Liefde) die ondanks een gedeelde kloostercultuur (vaste dagorde en tijdstippen voor alles, vaste zwijguren en stipte gehoorzaamheid) in de verschillende huizen van de congregatie de oorlog verschillend hebben beleefd.Martha Wilczek, geboren op 12-02-1912Martha Wilczek is geboren in 1912 in Hamborn (Duisburg, Duitsland). In 1925 kwam ze naar Nederland en in 1931 is ze bij de congregatie van de Zusters van Liefde ingetreden. Zuster Martha Wilczek was bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog als kloosterzuster gevestigd in het schoolhuis in Roermond, totdat ze in het najaar van 1944 evacueerde per trein naar Groningen. Daar was ze als zuster werkzaam in een ziekenhuis van de Zusters van Liefde.Toen de Canadezen in 1945 het ziekenhuis innamen en de Duitsers weg moesten, brak ook de tijd aan dat zuster Martha terugkeerde naar Roermond. Ze vertelt over haar oorlogsbeleving als Duitse tussen Nederlanders, over haar geloof en roeping tijdens deze jaren en haar omgang met de andere zusters. Ook vertelt, onder andere, ze over de bombardementen, het halen van voedsel (‘de boer op gaan’) en het verbergen van onderduikers.Deel 100:01:06 - De jeugd van zuster Martha: het gezin waarin ze opgroeide (in noord-Duisburg, het Duitse Ruhrgebied), het werk van haar vader (Schiessmeister in een mijn), haar kloosternaam, haar zusjes en broertjes.00:10:01 - Zuster Martha’s vertrek naar Nederland.00:14:58 - Haar besluit om zuster te worden. Ze vertelt dat ze tijdens een bedevaartstocht in Kevelaer haar roeping ontving en over haar intrede in 1931 bij de Zusters van Liefde.00:23:03 - Eerste jaren in het klooster: over haar tijd in Gulpen. Ze vertelt over haar taak als portierster aldaar en de inrichting van het huis.00:31:06 - Vertrek vanuit Gulpen naar Roermond, daar was een veel groter huis. Ze arriveerde bij de zusters in Roermond vlak voordat de oorlog uitbrak, in het voorjaar van 1940.00:33:03 - De inval van de Duitsers. Ze vertelt dat in het schoolhuis twee Luxemburgse deserteurs ondergedoken zaten. De Duitsers kwamen het huis wel doorzoeken, maar vonden niets.00:40:06 - Einde deel 1.Deel 200:00:00 - Wat het voor zuster Martha betekende om Duitse te zijn tijdens de oorlog. Ze heeft hier onder geleden en door haar afkomst een zware tijd gehad. Ze vertelt wat ze zoal moest incasseren, dat er negatief over haar gepraat werd.00:04:01 - Onderduikers, broeders uit Maastricht. Bominslag. Ze vertelt ook over een granaat die niet ontplofte omdat deze met zand was gevuld: volgens haar het resultaat van Duitse sabotage. Slachtoffers van bombardementen.00:11:10 - Het ‘de boer op gaan’ in de omgeving, om voedsel (vlees, koren etc.) te vinden voor het klooster. Zuster Martha ging zelf ook regelmatig.00:19:00 - Evacuatie: de voettocht naar de evacuatietrein, de overnachting in een fabriek en de reis naar Groningen.00:22:02 - Zuster Martha’s verblijf in Groningen tijdens de oorlog: het korte verblijf in een bejaardenhuis van de zusters (want hier konden ze niet blijven wegens ruimtegebrek) en uiteindelijk het ziekenhuis van de zusters aldaar. Hier ging Martha aan de slag als zuster. Ze werkte daar graag. Ze vertelt over haar ervaringen in het ziekenhuis, toen ze voor zieken en gewonden zorgde.00:33:00 - Canadese soldaten bereiken het ziekenhuis. Ze vertelt een verhaal over een Canadese en Duitse soldaat die samen familiefoto’s bekijken. Alle Duitsers moesten echter al gauw weg uit het ziekenhuis.00:35:58 - Terugkeer vanuit Groningen naar Roermond.00:38:29 - Einde deel 2.Deel 300:01:42 - Zuster Martha herinnert zich geen speciale geuren uit de oorlog.00:02:03 - Hoe het was om als zuster in Groningen in het ziekenhuis Duitse patiënten te behandelen. Het gaat dan met name over haar ervaringen als Duitser. Gaat ook over haar taken in het ziekenhuis in Groningen.00:05:59 - Of de oorlogstijd in Roermond invloed had op het kloosterleven. Volgens Martha viel dat erg mee, er vonden geen drastische wijzigingen plaats. Ze vertelt over de dagorde.00:09:00 - Contact met familie. Brieven van en naar Martha’s familie in Duitsland worden geopend op het Zollamt. Ze vertelt over haar vader en het contact dat ze met hem had na de oorlog. Met geld van de ondergrondse kon ze naar Duitsland reizen.00:15:02 - Hoe reageerden andere zusters in het klooster op het feit dat Martha Duits was? Ze merkte daar niet erg veel van, maar kan mogelijke roddelpraktijken wel begrijpen. Ze praatten hier nooit echt over.00:18:05 - Tijdens de oorlog is zuster Martha nooit echt bang geweest. Ze wijdt weer uit over haar ‘Duits’ zijn en de manier waarop ze omging met de verschrikkelijke daden van de nazi’s.00:19:07 - Contact tussen het klooster en de buitenwereld.00:21:09 - Zuster Martha vertelt over haar tijd in Gulpen en de taken die ze op zich nam, zoals het portierster zijn.00:25:01 - Over de oorlogstijd in Roermond. Ze vertelt over een nare gebeurtenis: ze bezocht met een andere zuster een huis waar iemand zou zijn overleden. Ze was er niet op bedacht dat het om een opgehangen iemand ging.00:27:07 - Contact tussen het klooster waar Martha zat (Roermond) en zusters van andere kloosterhuizen. Ze vertelt onder andere over het bombardement van het schoolhuis in Venlo.00:30:00 De moeder-overste van het klooster.00:31:04 - Zuster Martha vertelt wederom over haar ‘Duits’ zijn en dat ze ‘vernederlandst’ is. Wat Duitsland heeft gedaan, vindt ze verkeerd, ze moet echter aanvaarden dat het ‘haar’ land is dat de oorlog is begonnen.00:33:04 - De onderlinge sfeer in het klooster. Ze praatten volgens Martha niet veel met elkaar over de gebeurtenissen tijdens de oorlog. Gaat ook weer over het Duits zijn van Martha en hoe ze hiermee omging en nu over denkt.00:41:25 - Einde deel 3.Deel 400:00:00 - Roeping en geloof tijdens de oorlog. Zuster Martha vertelt dat haar roeping en geloof tijdens de oorlog zijn bevestigd. De oorlogservaringen versterkten haar geloof. Ze vertelt ook hoe haar gebed klonk. Ze aanvaart de oorlogstijd als iets wat haar sterker heeft gemaakt. Ieder mens heeft dalen en pieken in zijn of haar leven.00:06:01 - De toestand van het klooster en de achtergebleven zusters na Martha’s terugkeer uit Groningen, na de oorlog.00:07:55 - Over het werk dat Martha tijdens de oorlog en daarvoor heeft verricht, ook over wat ze het leukst vond om te doen. Ze vertelt ook over haar manier van werken, dat ze geen enkele opdracht/taak weigerde. Toch viel dit niet altijd mee.00:12:05 - Gelofte van gehoorzaamheid.00:13:01 - Over de oorlogstijd in Roermond. Verschillende eerder genoemde aspecten komen nogmaals, kort aan de orde.00:15:03 - De evacuatie naar Groningen. Over de voettocht naar de trein, de overnachting in de fabriek en de treinreis.00:19:08 - Einde deel 4.
Files not yet migrated to Data Station. Files for this dataset can be found at https://easy.dans.knaw.nl/ui/datasets/id/easy-dataset:43695.
Van 1942 tot de bevrijding zorgde zuster Julia voor een Joods echtpaar dat zat ondergedoken in de kelder van bejaardentehuis Sint Jacob in Amsterdam. Behalve moeder-overste wist niemand van de onderduikers af. Tussen zuster Julia en het Joodse stel ontstond een vriendschap, die ook na de oorlog standhield. Elke week kwam het echtpaar Julia een grote doos chocola brengen die zij, tegen de regels in, niet afgaf maar uitdeelde.In dit project zijn acht kloosterzusters geïnterviewd. Hen is gevraagd welke gevolgen de oorlog had voor hun relatief besloten en volgens een strikte dagorde georganiseerde gemeenschap. Tot nu toe overheerst het beeld van de ‘ideale, want opofferingsgezinde oorlogszuster’. Maar uit de interviews blijkt dat sommige zusters, al dan niet gedwongen, de bezetter ook hebben geholpen. Niet iedere zuster kon daar even makkelijk mee omgaan. De verhalen maken zichtbaar dat zusters ook een rol speelden in de opvang van vluchtelingen, (Joodse) onderduikers en gewonde soldaten. De spanningen die dit met zich mee bracht in deze besloten zustergemeenschappen blijft niet onbesproken.