Het Inventariserend Veldonderzoek is uitgevoerd als onderdeel van de procedures die samenhangen met de geplande (her)ontwikkeling van het plangebied. De eigenaar is van plan om in het onderzoeksgebied nieuwbouw te realiseren. Hierbij zal de bodem door graafwerkzaamheden worden verstoord tot een diepte van maximaal 1,0 m.Het bureauonderzoek gaat vooraf aan het verkennend veldonderzoek en heeft tot doel de strategie voor het veldonderzoek te bepalen aan de hand van gegevens over bekende of verwachte archeologische waarden binnen het onderzoeksgebied.Het doel van het verkennend veldonderzoek is om inzicht te krijgen in de vormeenheden van het landschap in het plangebied, voor zover deze vormeenheden van invloed kunnen zijn geweest op de bruikbaarheid van de locatie door de mens in het verleden. Op basis van de resultaten van het onderzoek kunnen kansarme zones van het plangebied worden uitgesloten en kansrijke zones worden geselecteerd voor vervolgonderzoek.Op basis van het door Becker &Van de Graaf uitgevoerde inventariserend veldonderzoek, verkennende fase is duidelijke geworden dat de bodemopbouw nagenoeg intact is en dat er geen grootschalige verstoringen in het terrein aanwezig zijn. De bodemopbouw bestaat uit oeverwal- op komafzettingen. Er zijn geen archeologische indicatoren in de boringen aangetroffen. Gezien het karakter van het onderzoek, een verkennend booronderzoek, kan er geen uitspraak gedaan worden omtrent de aan- of afwezigheid van een archeologische vindplaats.Het doel van een verkennend onderzoek is onder andere om kansrijke archeologische zone’s van kansarme zone’s te onderscheiden. De zone’s waarbij de sterk siltige kleiafzettingen dunner zijn dan 100 cm, zijn door Becker & Van de Graaf als kansarme zone’s geïnterpreteerd, en de zone’s waarbij de sterk siltige kleiafzettingen dikker zijn dan 100 cm als kansrijk.Daarom adviseert Becker & Van de Graaf om een inventariserend veldonderzoek, karterende fase door middel van proefsleuven uit te voeren ter hoogte van de gebieden waar de sterk siltige kleipakketten (oeverwalafzettingen) dikker zijn dan 1 meter. In bijlage 6 is de dikte van de oeverwal aangegeven. De gebieden die een nader onderzoek behoeven zijn met een arcering weergegeven.