Bureauonderzoek en Verkennend Booronderzoek Dwars Hommelstraat 15 A te Beuningen, gemeente Beuningen

DOI

• Wat is de bodemopbouw en de vermoedelijke intactheid van het bodemprofiel binnen het plangebied? Het bureauonderzoek toont aan dat de bodem in de omgeving van het plangebied bestaat uit klei op matig grof tot zeer grof zand, behorende tot de Formatie van Echteld. De zandlagen behoren tot de meandergordel van de Waal die van 210 v.Chr. tot 500 n.Chr. heeft gefunctioneerd of tot de beddingafzettingen van de doorlopende restgeul die in het plangebied aanwezig is. De kleiige lagen zijn oeverafzettingen. De bodem is tot op een geschatte diepte van 50-75 cm geroerd door grondbewerking en door rooien van de boomgaard in de 20e eeuw. • Kunnen er archeologische vindplaatsen in het onderzoeksgebied aanwezig zijn? De gehele bodem heeft een middelhoge tot hoge verwachting voor alle perioden. Daarbij bevindt de prehistorische bewoning zich vermoedelijk dieper dan 8 m-mv en zal niet door de ontwikkeling worden geraakt. • Is aanvullend onderzoek noodzakelijk? Ja. Een verkennend onderzoek dient om de intactheid van de bodem te onderzoeken en het bepalen van de bodemsamenstelling. Conform de gemeentelijke richtlijnen dienen per hectare minimaal 5 (verkennende) boringen te worden gezet op basis waarvan een advies kan worden uitgebracht. Dit resulteert in een totaal van 5 boringen. • Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied? Alle boringen in het plangebied kenmerken zich door een recente bouwvoor die op een diepte van ca. 30 cm-mv overgaat in oeverafzettingen bestaand uit zandige klei en behorend tot de Formatie van Echteld. In boring 3 en boring 5 zijn in deze oeverafzettingen sporen van menselijke invloeden aangetroffen (houtskool en handgevormd roodbakkend aardewerk) en volgen onder de oeverafzettingen zandige oeverafzettingen die onderdeel zijn van een oeverwal. In boring 1 en boring 2 volgen onder de oeverafzettingen een laag beddingafzettingen van ca 30 cm dik, die vervolgens over gaan in restgeulafzettingen bestaande uit vette, slappe klei. In boring 4 gaan de oeverafzettingen direct over in deze vette, slappe klei. Op een diepte tussen 180 cm-mv (boring 4) en 245 cm-mv (boring 1) wordt fijn zand aangetroffen dat wederom wordt geïnterpreteerd als beddingafzettingen. Alle aangetroffen sedimenten behoren tot de Formatie van Echteld. • Wat is de intactheid van het bodemprofiel binnen het plangebied? In alle boringen is de natuurlijke ondergrond duidelijk verstoort tot maximaal 40 cm-mv. Hieronder wordt in alle boringen een intacte bodem aangetroffen waarin weinig bodemvorming heeft plaatsgevonden. In boringen 1, 2 en 4 gaat het om een onverstoorde opeenvolging van oever-, bedding-, geul en oeverafzettingen, waarbij in boring 4 de beddingafzettingen ontbreken. In boring 3 en boring 5 worden onder de bouwvoor ook oeverafzettingen aangetroffen, maar deze bevatten archeologische indicatoren. Onder de oeverafzettingen is vanaf 80 cm-mv sprake van een dik pakket siltig zand dat onderdeel uitmaakt van een oeverwal. • Zijn, daar waar de bodem intact is, archeologische indicatoren aangetroffen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats in het onderzoeksgebied? Zo ja, wat is de aard en diepteligging ervan? In boring 3 en boring 5 is direct onder de bouwvoor een laag met archeologische indicatoren aangetroffen. Het betreft hier met name houtskool en in boring 5 een klein ondefinieerbaar fragment rood aardewerk. Daarnaast zijn in deze laag fosfaatvlekken aangetroffen wat eveneens een indicatie is voor menselijke aanwezigheid in het verleden in het plangebied. • Zijn er archeologische lagen aangetroffen (cultuur- en afvallagen c.q. ophogingslagen)? Zo ja, wat is de aard, diepteligging en minimale en maximale dikte ervan? In boring 3 en boring 5 is op een diepte vanaf 30-40 cm-mv een laag aangetroffen met archeologische indicatoren. Het betreft hier houtskool, fosfaatvlekken, een fragment van een eierschaal en een klein fragment roodbakkend handgevormd aardewerk. De dikte van de laag varieert van 40 cm (boring 5) tot 75 cm (boring 3). In beide boringen ligt de laag op zandige afzettingen behorend tot een oeverwal. • In welke mate stemmen de resultaten overeen met de verwachtingen? De aangetroffen bodems komen qua bodemtype overeen met de verwachting uit het bureauonderzoek. Er is sprake van ooivaaggronden, hoewel wel opgemerkt dient te worden dat het profiel niet geheel kalkhoudend is. Geomorfologisch komen de resultaten uit het veldwerk overeen met de verwachting uit het bureauonderzoek in het plangebied is sprake van een restgeul met ten noorden daarvan een oeverwal. Door middel van een veldverkenning zijn enkele fragmenten aardewerk opgespoord die gedateerd kunnen worden vanaf de Late IJzertijd tot in de Volle Middeleeuwen. Dit komt, voor de beginperiode, overeen met de datering van de activiteit van de stroomgordel van de Waal (250 v.Chr. tot 500 n.Chr.) waarbinnen het plangebied ligt.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xc9-bnnd
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xc9-bnnd
Provenance
Creator E.E.A. van der Kuijl
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor EEA Kuijl, van der; Hamaland advies vof
Publication Year 2017
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact EEA Kuijl, van der (Hamaland Advies)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/pdf
Size 8860; 8693; 988; 3454; 7380329
Version 1.0
Discipline Humanities