Het bureauonderzoek heeft laten zien dat er onder het esdek binnen het plangebied bewoningssporen van voor de late Middeleeuwen zijn te verwachten. De kans op verstoring werd echter ook groot geacht. Hierom is geadviseerd eerst een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) d.m.v. boringen te verrichten om in de eerste plaats de verstoring - naast uiteraard eventuele archeologische indicatoren - in kaart te brengen.Tijdens het inventariserend veldonderzoek zijn echter geen archeologische indicatoren aangetroffen. Belangrijker nog is dat de bodem binnen het plangebied ernstig verstoord bleek. De kans op het aantreffen van archeologische waarden en dus de verstoring ervan als gevolg van de geplande werkzaamheden is erg klein. Een archeologisch vervolgonderzoek wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.
Date Accepted: 2005-08-03