Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van een bureauonderzoek en boringen op het industrieterrein 'Bloemakkers' te Gieten, gemeente Aa en Hunze (Dr.)

DOI

Aanleiding voor het onderzoek zijn de plannen van de gemeente Aa en Hunze om het industrieterrein ‘Bloemakkers’, gelegen op de Zuider Esch van Gieten, uit te breiden. Omdat de Zuider Esch volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) een hoge trefkans heeft voor archeologische resten, heeft de gemeente besloten om, conform het verdrag van Malta en voorafgaand aan de bouwplannen, een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) te laten uitvoeren. Zij heeft Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) opdracht gegeven dit IVO uit te voeren. Het veldwerk vond plaats op 6 en 7 november en is uitgevoerd door drs. ing. G.J. de Roller en drs. J.Y. Huis in ’t Veld.Conclusie en aanbeveling:Uit het onderzoek komt naar voren dat de Zuider Esch slechts plaatselijk een intacte bodemopbouw heeft. Het betreft het meest zuidelijke deel (deelgebied A) en de meer centraal gelegen delen (deelgebieden B en C). Ook in een smalle strook langs de rijksweg, deelgebieden D t/m F, is de bodemopbouw voor het grootste deel intact. In deelgebied E bevindt zich ook de op de luchtfoto zichtbare cirkelvormige vlek. In de boringen ter plaatse is deze er niet uitgekomen als zijnde een pingoru¨ıne. Het is onduidelijk of deze structuur een natuurlijke dan wel een antropogene oorsprong heeft. In de deelgebieden A t/m F zijn eventuele archeologische resten nog aanwezig. Deelgebied G is voor het grootste gedeelte afgetopt waarbij plaatselijk nog een klein restant van de B2-horizont aanwezig is. In boringen 30 en 38 is een stukje van de B1-horizont aangetroffen. Van de eventueel in dit deelgebied nog aanwezige archeologische resten zullen alleen de diepe grondsporen behouden zijn. In de rest van het onderzoeksgebied is de bodemopbouw zodanig verstoord dat de kans zeer klein is dat zich daar nog archeologische resten bevinden.Uit de conclusie volgt dat voor de deelgebieden A t/m F aanbevolen wordt omvoorafgaand aan grondwerkzaamheden een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) middels proefsleuven uit te voeren, zodat duidelijk wordt of er zich archeologisch resten in de bodem bevinden en wat de aard, kwaliteit, omvang en datering van de eventuele archeologische resten is.Voor deelgebied G is de kans minimaal dat er nog intacte grondsporen worden aangetroffen. Toch bevindt zich hier en daar een niet-verstoorde bodemopbouw. Daarom bevelen we hier archeologische begeleiding van het grondwerk aan zodat duidelijk wordt of er zich hier nog diepere archeologische sporen bevinden en wat de kwaliteit en aard van de eventuele archeologische sporen is en uit welke periode ze stammen.Voor het overige deel van het onderzoeksgebied geldt dat de bodem zodanig is verstoord dat hier geen archeologische resten meer te verwachten zijn. Hier hoeft dan ook geen archeologisch vervolgonderzoek plaats te vinden.

Date: 2003

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xwh-6wuh
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xwh-6wuh
Provenance
Creator Roller, G.J. de
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor b.u.l.k. archeologie, import; ARC b.v.
Publication Year 2011
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact b.u.l.k. archeologie, import (DANS)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 2844890; 6822; 7425; 864; 4909
Version 2.0
Discipline Humanities