Naar aanleiding van een voorgenomen wijziging van het bestemmingsplan voor het onderzoeksgebied heeft de gemeente Emmen opdracht gegeven voor een inventariserend archeologisch vooronderzoek. De eigenaar, dhr. G. Heinen, heeft Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) opdracht gegeven voor het uitvoeren van het archeologisch onderzoek door middel van een bureauonderzoek en grondboringen conform de eisen, gesteld door de gemeente. Het veldwerk is uitgevoerd op 10 juni 2004.Conclusie:De bodem van het onderzochte terrein bestaat uit keileem/keizand op een gemiddelde diepte van 100 cm beneden maaiveld, waarop dekzand is afgezet. De top van het dekzand bestaat uit de bouwvoor. Het oude oppervlak van het dekzand, waarin archeologische resten zouden kunnen worden gevonden, is niet aanwezig. In de bouwvoor en het dekzand is een aantal brokjes vuursteen gevonden. Het voorkomen van kleine fragmenten baksteen, leisteen en glas in het dekzand onder de bouwvoor in verschillende boringen geeft aan dat het dekzand onder de bouwvoor is verstoord. Het is echter ook mogelijk dat deze resten door bioturbatie hierin zijn terechtgekomen. Er lijkt geen aanleiding om te veronderstellen dat het vuursteen een antropogene oorsprong heeft. Er zijn geen andere archeologische indicaties aangetroffen, die zouden kunnen duiden op eventueel dieper gelegen sporen van een vroegere archeologische vindplaats. De archeologische waarde van het terrein wordt daarom als laag ingeschat.
Date: 2004