Aanleiding voor de archeologische begeleiding (AB) waren de werkzaamheden ten behoeve van natuurbouw en waterberging die in de Westerbroekstermadepolder werden uitgevoerd door Aannemingsmij Bouwhuis en Ingenieursbureau Oranjewoud B.V., in opdracht van Stichting Het Groninger Landschap. Ten behoeve van de natuurbouw vonden op verschillende plaatsen ontgravingen plaats. Naar aanleiding van een verkennend archeologisch onderzoek door Grontmij Advies & Techniek BV waren acht terreindelen geselecteerd waar archeologische begeleiding noodzakelijk was (Van der A & Hopman 2001). Stichting Het Groninger Landschap gaf Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) opdracht deze AB uit te voeren. De AB vond plaats op 2 april, 23 t/m 26 juni en 2 en 3 juli 2003.ConclusieOp een aantal geınspecteerde terreinen in deWesterbroekstermadepolder (terreinen A, B, C en in het oosten van de polder) zijn zandkopjes en een zandopduiking aangetroffen. Normaal gesproken zijn dit plekken die in vroeger tijden aantrekkelijk waren voor bewoning. Er zijn op de zandkopjes en -opduiking echter zeer weinig archeologisch sporen aangetroffen. De antropogene sporen die op terrein C en op het zandkopje in het het oostelijk deel van de polder zijn aangetroffen, betreffen ingravingen die zeer waarschijnlijk dateren uit de Middeleeuwen.Qua vondstmateriaal is het gebied echter wel interessant. Er is relatief veel vuursteen aangetroffen, waarvan het grootste deel bewerkt is. Het vuursteen dateert globaal uit de steentijd en de Vroege Bronstijd. Met name de stukken die uit het Neolithicum dateren zijn belangrijk, aangezien vuursteen uit deze periode in deze omgeving zeer weinig bekend is. Een aantal vondsten dateert uit de Middeleeuwen, namelijk een maalsteenfragment, een aardewerkscherf en een aardewerken gewicht.De archeologische begeleiding in de Westerbroekstermadepolder heeft aangetoond dat het terrein tijdens de steentijd, Vroege Bronstijd en de Middeleeuwen werd gebruikt. Getuige de grote aantallen vuursteen zouden de zandkopjes en dezandopduiking in de prehistorie vrij intensief kunnen zijn gebruikt. Opvallend is wel dat er geen haardkuilen zijn aangetroffen, sporen die wel te verwachten zijn op plekken die in de steentijd werden bewoond.Om hoeveel vindplaatsen uit de prehistorie het gaat, valt helaas niet te zeggen. Doordat het doen van waarnemingen tijdens de graafactiviteiten nogal moeizaam was, kon vaak niet exact worden achterhaald van welk deel van het terrein het vuursteen afkomstig was.
Date: 2002