Uit het bureauonderzoek blijkt dat de archeologische verwachting in het gebied tweeledig is. Er worden resten uit de steentijd en uit de late middeleeuwen - 1e helft nieuwe tijd verwacht. Op basis van oude kaarten wordt geen bebouwing uit de 2e helft van de nieuwe tijd verwacht. Uit het verkennend booronderzoek is gebleken dat in het noordwestelijke perceel, onder een plaggendek, een intact podzolbodem aanwezig is. In het oostelijke deel van het perceel is nog een restant van een podzolbodem aanwezig. Hieruit volgt dat in het plangebied nog archeologische resten aanwezig kunnen zijn. De kans op intacte resten is het grootst in het noordwestelijke perceel ter plaatse van de boringen 2 t/m 5. Ook ter plaatse van de boringen 7, 8 en 10 is de bodem nog enigszins intact. In de overige boringen is de bodem geroerd en worden geen archeologische resten meer verwacht. Op de locaties waar bodemverstoring voorzien was in de zone met een hoge verwachting en (deels) intacte bodem is een karterend booronderzoek uitgevoerd. Het karterend booronderzoek heeft geen archeologische indicatoren opgeleverd. Op basis van het uitgevoerde onderzoek wordt aanbevolen om het terrein vrij te geven voor de voorziene ontwikkelingen. Deze aanbeveling dient te worden voorgelegd aan de bevoegde overheid in dit geval de gemeente Achtkarspelen. Deze zullen op basis van de aangeleverde gegevens een selectie besluit nemen over deze aanbeveling. ArGeoBoor wijst erop dat men bij bodem verstorende activiteiten verplicht is om eventuele vondsten en grondsporen te melden bij de Minister van OCW conform artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de gemeente Achtkarspelen en de provinciaal archeoloog dhr. Gilles de Langen tel: 058-2925487 (e-mail: smp@fryslan.nl).