Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied twee archeologische niveaus aanwezig zijn: een pleistoceen niveau waarin archeologie uit de steentijd verwacht kan worden en een holoceen (klei en veen) niveau waarin archeologische waarden uit de ijzertijd-Romeinse tijd aanwezig zijn. Dit laatste niveau in het onderzoeksgebied wordt bedreigd door de voorgenomen bodemingrepen (riolering). Het eerste niveau, het pleistoceen zand met mogelijke archeologische waarden uit de steentijd, ligt op een diepte van minimaal 1,74 m –NAP en daarmee dieper dan de geplande ingrepen dan de geplande ingrepen en worden derhalve niet bedreigd.Het archeologische niveau uit de ijzertijd/Romeinse tijd kan zich direct onder de bouwvoor tot op enige diepte daaronder bevinden, al dan niet onder een recent opgebrachte laag grond, vanaf een diepte van ca. 0,5 tot 0,8 m -NAP. Aangezien de graafwerkzaamheden ten behoeve van de riolering dieper gaan, is óf planaanpassing óf een archeologische opgraving nodig.